Resumen
Neerlandés a español: más información...
- uitvissen:
-
Wiktionary:
- uitvissen → explorar, examinar, buscar, investigar
Neerlandés
Traducciones detalladas de uitvissen de neerlandés a español
uitvissen:
-
uitvissen (opsnuffelen)
Conjugaciones de uitvissen:
o.t.t.
- vis uit
- vist uit
- vist uit
- vissen uit
- vissen uit
- vissen uit
o.v.t.
- viste uit
- viste uit
- viste uit
- visten uit
- visten uit
- visten uit
v.t.t.
- heb uitgevist
- hebt uitgevist
- heeft uitgevist
- hebben uitgevist
- hebben uitgevist
- hebben uitgevist
v.v.t.
- had uitgevist
- had uitgevist
- had uitgevist
- hadden uitgevist
- hadden uitgevist
- hadden uitgevist
o.t.t.t.
- zal uitvissen
- zult uitvissen
- zal uitvissen
- zullen uitvissen
- zullen uitvissen
- zullen uitvissen
o.v.t.t.
- zou uitvissen
- zou uitvissen
- zou uitvissen
- zouden uitvissen
- zouden uitvissen
- zouden uitvissen
en verder
- ben uitgevist
- bent uitgevist
- is uitgevist
- zijn uitgevist
- zijn uitgevist
- zijn uitgevist
diversen
- vis uit!
- vist uit!
- uitgevist
- uitvissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitvissen:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
buscar | afstropen; afzoeken; geheel doorzoeken | |
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
buscar | opsnuffelen; uitvissen | aankopen; aanschaffen; afhalen en meenemen; afzoeken; beproeven; halen; iets opzoeken; keuren; kopen; naslaan; nazoeken; onderzoeken; ophalen; oppikken; opzoeken; pakken; tegemoetzien; testen; uitkijken naar; verkrijgen; verwachten; verwerven; vinden; vooruitzien; zien te vinden; zoeken |
Wiktionary: uitvissen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitvissen | → explorar; examinar | ↔ examiner — observer avec attention, avec réflexion. |
• uitvissen | → explorar; examinar | ↔ explorer — parcourir une région inconnue qu’on venir de découvrir pour en connaître la situation, l’étendue, les mœurs, etc. |
• uitvissen | → explorar; examinar | ↔ fouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• uitvissen | → buscar; investigar; explorar; examinar | ↔ rechercher — (1) |