Neerlandés
Traducciones detalladas de van de boeien ontdoen de neerlandés a español
van de boeien ontdoen:
van de boeien ontdoen verbo (ontdoe van de boeien, ontdoet van de boeien, ontdeed van de boeien, ontdeden van de boeien, van de boeien ontdaan)
-
van de boeien ontdoen (in vrijheid stellen; vrijlaten; bevrijden; losmaken; loslaten)
poner en libertad; libertar; dejar; excarcelar; liberar; dejar libre; dar libertad-
poner en libertad verbo
-
libertar verbo
-
dejar verbo
-
excarcelar verbo
-
liberar verbo
-
dejar libre verbo
-
dar libertad verbo
-
-
van de boeien ontdoen (ontboeien)
desaherrojar-
desaherrojar verbo
-
Conjugaciones de van de boeien ontdoen:
o.t.t.
- ontdoe van de boeien
- ontdoet van de boeien
- ontdoet van de boeien
- ontdoen van de boeien
- ontdoen van de boeien
- ontdoen van de boeien
o.v.t.
- ontdeed van de boeien
- ontdeed van de boeien
- ontdeed van de boeien
- ontdeden van de boeien
- ontdeden van de boeien
- ontdeden van de boeien
v.t.t.
- heb van de boeien ontdaan
- hebt van de boeien ontdaan
- heeft van de boeien ontdaan
- hebben van de boeien ontdaan
- hebben van de boeien ontdaan
- hebben van de boeien ontdaan
v.v.t.
- had van de boeien ontdaan
- had van de boeien ontdaan
- had van de boeien ontdaan
- hadden van de boeien ontdaan
- hadden van de boeien ontdaan
- hadden van de boeien ontdaan
o.t.t.t.
- zal van de boeien ontdoen
- zult van de boeien ontdoen
- zal van de boeien ontdoen
- zullen van de boeien ontdoen
- zullen van de boeien ontdoen
- zullen van de boeien ontdoen
o.v.t.t.
- zou van de boeien ontdoen
- zou van de boeien ontdoen
- zou van de boeien ontdoen
- zouden van de boeien ontdoen
- zouden van de boeien ontdoen
- zouden van de boeien ontdoen
en verder
- ben van de boeien ontdaan
- bent van de boeien ontdaan
- is van de boeien ontdaan
- zijn van de boeien ontdaan
- zijn van de boeien ontdaan
- zijn van de boeien ontdaan
diversen
- ontdoe van de boeien!
- ontdoet van de boeien!
- van de boeien ontdaan
- van de boeien ontdaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze