Neerlandés
Traducciones detalladas de visite de neerlandés a español
visite:
Translation Matrix for visite:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
visita | aanloop; bezoek; visite | bezichtigen; bezichtiging; doktersbezoek; gast; huisbezoek; logé; opwachting; overnachter; slaapgast; slaper; treffer; visitatie; ziekenbezoek |