Neerlandés

Traducciones detalladas de voltooid de neerlandés a español

voltooid:


Translation Matrix for voltooid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
acabado afkrijgen; afwerking; einde; eindpunt; eindstreep; fineer; finish; finishlijn; meet
listo genie; geniekorps
pasado verleden
preparado preparaat
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
completo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij algeheel; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gevuld; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; onverkort; opgevuld; plenair; totaal; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt; voltallig; volwaardig
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
acabado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij af; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gereed; klaar; volbracht
concluido af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij uit; van; vanaf nu; vanuit
concluído af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
efectuado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij bewerkstelligd; voltrokken
listo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij aantrekkelijke; achterbaks; adrem; af; arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; bereid; berekenend; beëindigd; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; doortrapt; gedaan; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; gepakt; gepolijst; geraffineerd; gereed; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; goochem; handig; ingenieus; intelligent; kien; klaar; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; paraat; pienter; puntig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; volbracht
llevado a cabo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij af; beëindigd; doodgeschoten; gedaan; gerealiseerd; gereed; geëxecuteerd; klaar; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; volbracht; voltrokken
pasado af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgelopen; armoedig; beëindigd; binnengevallen; doorgegeven; eerder; flodderig; haveloos; ingehaald; langsgekomen; overschreden; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verder gegeven; verleden; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij; voorbij gestreefd; voordien; voorgevallen; voorheen; vorig; vroeger
perfecto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij feilloos; foutloos; gaaf; gelikt; heel; hoogwaardig; ideaal; intact; maagdelijk; mieters; onaangeraakt; onaangetast; ongerept; patent; perfect; perfekt; picobello; piekfijn; prima; puntgaaf; puur; schitterend; tiptop; tof; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; virginaal; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
preparado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij bedacht; gepakt; gereed; gewapend; klaar; paraat; voorbereid; voorbewerkt
pronto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij abrupt; alras; directe; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; grif; grifweg; haastig; ijlings; ineens; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; spoedig; straks; vlot; vlug; vroeg; vroegtijdig; weldra; zometeen
realizado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij af; beëindigd; gedaan; gerealiseerd; gereed; geëxporteerd; klaar; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; volbracht; voltrokken
terminado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij af; afgehandeld; afgerond; beëindigd; eruit; gecompleteerd; gedaan; gekookt; gereed; klaar; volbracht; voleindigd
ultimado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij

Palabras relacionadas con "voltooid":

  • voltooidheid

voltooid forma de voltooien:

Conjugaciones de voltooien:

o.t.t.
  1. voltooi
  2. voltooit
  3. voltooit
  4. voltooien
  5. voltooien
  6. voltooien
o.v.t.
  1. voltooide
  2. voltooide
  3. voltooide
  4. voltooiden
  5. voltooiden
  6. voltooiden
v.t.t.
  1. heb voltooid
  2. hebt voltooid
  3. heeft voltooid
  4. hebben voltooid
  5. hebben voltooid
  6. hebben voltooid
v.v.t.
  1. had voltooid
  2. had voltooid
  3. had voltooid
  4. hadden voltooid
  5. hadden voltooid
  6. hadden voltooid
o.t.t.t.
  1. zal voltooien
  2. zult voltooien
  3. zal voltooien
  4. zullen voltooien
  5. zullen voltooien
  6. zullen voltooien
o.v.t.t.
  1. zou voltooien
  2. zou voltooien
  3. zou voltooien
  4. zouden voltooien
  5. zouden voltooien
  6. zouden voltooien
diversen
  1. voltooi!
  2. voltooit!
  3. voltooid
  4. voltooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voltooien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
acabar afmaken; afwerken
completar aanvullen
terminar afmaken; afwerken; afwikkelen; uitpraten; uitpraten tot het eind; uitspreken; zaakafwikkeling
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
acabar afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien aflopen; afsluiten; belanden; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; figureren; geraken; ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; opgebruiken; ophouden; opkrijgen; opmaken; stoppen; ten einde lopen; terechtkomen; uitdrinken; uithebben; uitkrijgen; verzeilen
complementar afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien compleet maken; completeren; vervolledigen; volledig maken
completar afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien aanvullen; afsluiten; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; eindigen; ophouden; stoppen; toevoegen; vervolledigen; volledig maken; voltallig maken
dar fin a afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; ophouden; stoppen
finalizar afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; volbrengen; volmaken; voltooien afdoen; afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; gesprek beëindigen; in orde maken; klaren; naar einde toewerken; ophouden; regelen; stoppen; uithebben
terminar afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien afdoen; afkijken; aflopen; afmaken; afronden; afsluiten; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; doden; doodmaken; doodslaan; een einde maken aan; eindigen; erdoor jagen; ermee uitscheiden; in orde maken; klaren; laatste gedeelte afmaken; ledigen; leegdrinken; leeghalen; leegmaken; legen; liquideren; naar einde toewerken; ombrengen; opdrinken; opgebruiken; opgeven; ophouden; opkrijgen; opmaken; oproken; regelen; spieken; staken; stoppen; ten einde lopen; teneindelopen; uitdrinken; uithebben; uitkrijgen; uitraken; uitscheiden; van kant maken; vermoorden
- afmaken

Sinónimos de "voltooien":


Definiciones relacionadas de "voltooien":

  1. ervoor zorgen dat het klaar is1
    • in januari heb ik dit boek voltooid1

Wiktionary: voltooien

voltooien
verb
  1. ten einde brengen

Cross Translation:
FromToVia
voltooien terminar complete — to finish
voltooien consumar consummate — to bring something to completion
voltooien completar; cumplir discharge — to accomplish or complete, as an obligation
voltooien preparar; disponer apprêterpréparer, mettre en état.

Traducciones relacionadas de voltooid