Resumen
Neerlandés a español: más información...
- voorzet:
- voorzetten:
-
Wiktionary:
- voorzetten → asistir
Neerlandés
Traducciones detalladas de voorzet de neerlandés a español
voorzet:
-
de voorzet
Translation Matrix for voorzet:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
centro chut | voorzet | |
saque | voorzet | aftrap; ingooi; inworp; klantendienst; klantenservice |
Palabras relacionadas con "voorzet":
voorzet forma de voorzetten:
-
het voorzetten (voorplakken; aanhechten; voorvoegen)
-
voorzetten (opdienen; bedienen; opdissen; aan tafel bedienen)
Conjugaciones de voorzetten:
o.t.t.
- zet voor
- zet voor
- zet voor
- zetten voor
- zetten voor
- zetten voor
o.v.t.
- zette voor
- zette voor
- zette voor
- zetten voor
- zetten voor
- zetten voor
v.t.t.
- heb voorgezet
- hebt voorgezet
- heeft voorgezet
- hebben voorgezet
- hebben voorgezet
- hebben voorgezet
v.v.t.
- had voorgezet
- had voorgezet
- had voorgezet
- hadden voorgezet
- hadden voorgezet
- hadden voorgezet
o.t.t.t.
- zal voorzetten
- zult voorzetten
- zal voorzetten
- zullen voorzetten
- zullen voorzetten
- zullen voorzetten
o.v.t.t.
- zou voorzetten
- zou voorzetten
- zou voorzetten
- zouden voorzetten
- zouden voorzetten
- zouden voorzetten
diversen
- zet voor!
- zet voor!
- voorgezet
- voorzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorzetten:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
junta preparatoria | aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten | |
servir | opdienen; serveren | |
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
poner delante | aan tafel bedienen; bedienen; opdienen; opdissen; voorzetten | voorschotelen |
servir | aan tafel bedienen; bedienen; opdienen; opdissen; voorzetten | assisteren; bedienen; bijgieten; bijspringen; bijstaan; dienen; dienst doen; doneren; eten opscheppen; gerieven; geven; gunnen; gunst verlenen; handreiken; helpen; inschenken; intappen; knoppen bedienen; ondersteunen; opscheppen; schenken; seconderen; serveren; tappen; van dienst zijn; voorschotelen; weldoen |
servir en la mesa | aan tafel bedienen; bedienen; opdienen; opdissen; voorzetten | voorschotelen |
Palabras relacionadas con "voorzetten":
Wiktionary: voorzetten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorzetten | → asistir | ↔ assist — to make a pass in a sport |