Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Buscar: struis

Resultados de struis en neerlandés y francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

struis:
- autruche
- fortement charpenté; bien charpentée; bien baraqué; fortement charpentée; bien charpenté; de forte carrure
Wiktionary:
- struis → autruche
- struis → robuste

Neerlandés

Traducciones detalladas de struis de neerlandés a francés

struis:

struis [de ~ (m)] sustantivo

de struis (struisvogel)
l'autruche
- autruche [la ~] sustantivo

struis adj.

struis (zwaargebouwd; massief; zwaar; potig; robuust; fors)
fortement charpenté; bien charpentée; bien baraqué; fortement charpentée; bien charpenté; de forte carrure
- fortement charpenté adj.
- bien charpentée adj.
- bien baraqué adj.
- fortement charpentée adj.
- bien charpenté adj.
- de forte carrure adj.

Translation Matrix for struis:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
autruche	struis; struisvogel
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
bien baraqué	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
bien charpenté	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
bien charpentée	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
de forte carrure	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
fortement charpenté	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
fortement charpentée	fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd

Palabras relacionadas con "struis":

struisheid, struisen, struise

Wiktionary: struis

struis

noun

Oiseau
- autruche → struis; struisvogel

adjective

Qui est fort, vigoureux, résistant.
- robuste → ferm; fors; hecht; potig; robuust; sterk; stevig; stoer; struis

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios