Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Buscar: gastvrijheid

Resultados de gastvrijheid en neerlandés y francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

gastvrijheid:
- hospitalité; gentillesse; bienveillance; amabilité; cordialité; jovialité; bonté
gastvrij:
- hospitalier; de façon hospitalière
Wiktionary:
- gastvrijheid → hospitalité
- gastvrijheid → hospitalité
- gastvrij → hospitalier

Neerlandés

Traducciones detalladas de gastvrijheid de neerlandés a francés

gastvrijheid:

gastvrijheid [de ~ (v)] sustantivo

de gastvrijheid (hartelijkheid)
l'hospitalité; la gentillesse; la bienveillance; l'amabilité; la cordialité; la jovialité; la bonté
- hospitalité [la ~] sustantivo
- gentillesse [la ~] sustantivo
- bienveillance [la ~] sustantivo
- amabilité [la ~] sustantivo
- cordialité [la ~] sustantivo
- jovialité [la ~] sustantivo
- bonté [la ~] sustantivo

Translation Matrix for gastvrijheid:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
amabilité	gastvrijheid; hartelijkheid	aardigheid; goedaardigheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid; zoetheid
bienveillance	gastvrijheid; hartelijkheid	bereidheid; bereidwilligheid; clementie; compassie; consideratie; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; gereedheid; goedaardigheid; goedertierenheid; goedgunstigheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; goedwilligheid; gratie; gunstige gezindheid; hartelijkheid; inschikkelijkheid; mildheid; paraatheid; toegeeflijkheid; toegevendheid; voorkomendheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
bonté	gastvrijheid; hartelijkheid	clementie; compassie; goedaardigheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; gunstige gezindheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
cordialité	gastvrijheid; hartelijkheid	goedgeefsheid; gulheid; gunstige gezindheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid; welwillendheid
gentillesse	gastvrijheid; hartelijkheid	aardigheid; cadeau; galanterie; geschenk; goedaardigheid; hoffelijkheid; kado; liefheid; lieflijkheid; lieftalligheid; present; presentje; verjaardagscadeau; wellevendheid; zoetheid
hospitalité	gastvrijheid; hartelijkheid	aardigheid; vriendelijkheid
jovialité	gastvrijheid; hartelijkheid	blijheid; blijmoedigheid; frivoliteit; goedmoedigheid; hartelijkheid; hupsheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lichtzinnigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; ondiepte; opgeruimdheid; opgewektheid; oppervlakkigheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitgelatenheid; vrolijkheid

Palabras relacionadas con "gastvrijheid":

gastvrij

Wiktionary: gastvrijheid

gastvrijheid

noun

hartelijkheid voor gasten
- gastvrijheid → hospitalité

gastvrijheid

noun

charité, libéralité qu’on exercer recevoir loger gratuitement les étrangers, les passants.
- hospitalité → gastvrijheid

Cross Translation:

From	To	Via
• gastvrijheid	→ hospitalité	↔ Gastfreundschaft — Bereitschaft, Gäste freundlich aufzunehmen

gastvrij:

gastvrij adj.

gastvrij
hospitalier; de façon hospitalière
- hospitalier adj.
- de façon hospitalière adj.

Translation Matrix for gastvrij:

Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
de façon hospitalière	gastvrij	herbergzaam
hospitalier	gastvrij	herbergzaam

Palabras relacionadas con "gastvrij":

gastvrijheid, gastvrijer, gastvrijere, gastvrije

Definiciones relacionadas de "gastvrij":

hartelijk voor de visite¹
- Brabanders zijn meestal erg gastvrij¹

Wiktionary: gastvrij

gastvrij

adjective

gul in het onthalen of herbergen van gasten
- gastvrij → hospitalier

Traducciones automáticas externas:

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios