Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. vestigen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de vestigen de neerlandés a francés

vestigen:

vestigen verbo (vestig, vestigt, vestigde, vestigden, gevestigd)

  1. vestigen (settelen; koloniseren)
    établir; fonder; se nicher; coloniser; s'installer
    • établir verbo (établis, établit, établissons, établissez, )
    • fonder verbo (fonde, fondes, fondons, fondez, )
    • se nicher verbo
    • coloniser verbo (colonise, colonises, colonisons, colonisez, )
    • s'installer verbo

Conjugaciones de vestigen:

o.t.t.
  1. vestig
  2. vestigt
  3. vestigt
  4. vestigen
  5. vestigen
  6. vestigen
o.v.t.
  1. vestigde
  2. vestigde
  3. vestigde
  4. vestigden
  5. vestigden
  6. vestigden
v.t.t.
  1. ben gevestigd
  2. bent gevestigd
  3. is gevestigd
  4. zijn gevestigd
  5. zijn gevestigd
  6. zijn gevestigd
v.v.t.
  1. was gevestigd
  2. was gevestigd
  3. was gevestigd
  4. waren gevestigd
  5. waren gevestigd
  6. waren gevestigd
o.t.t.t.
  1. zal vestigen
  2. zult vestigen
  3. zal vestigen
  4. zullen vestigen
  5. zullen vestigen
  6. zullen vestigen
o.v.t.t.
  1. zou vestigen
  2. zou vestigen
  3. zou vestigen
  4. zouden vestigen
  5. zouden vestigen
  6. zouden vestigen
diversen
  1. vestig!
  2. vestigt!
  3. gevestigd
  4. vestigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vestigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coloniser koloniseren; settelen; vestigen
fonder koloniseren; settelen; vestigen aarden; arrangeren; baseren; bouwen; funderen; gronden; grondvesten; iets op touw zetten; instellen; invoeren; opbouwen; oprichten; regelen; stichten
s'installer koloniseren; settelen; vestigen
se nicher koloniseren; settelen; vestigen
établir koloniseren; settelen; vestigen aarden; baseren; bepalen; determineren; formeren; funderen; gronden; grondvesten; instellen; invoeren; oprichten; stichten; vaststellen

Definiciones relacionadas de "vestigen":

  1. een praktijk beginnen1
    • hij heeft zich als arts gevestigd1
  2. een vaste plaats geven of krijgen1
    • hij heeft zijn bedrijf in het noorden gevestigd1
  3. erop richten1
    • alle ogen waren op mij gevestigd1

Wiktionary: vestigen

vestigen
verb
  1. stichten
  2. richten
  3. er gaan wonen
    • vestigen → s'établir
vestigen
Cross Translation:
FromToVia
vestigen établir etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen

Traducciones relacionadas de vestigen