Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. fok:
  2. fokken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de fok de neerlandés a francés

fok:

fok [de ~ (m)] sustantivo

  1. de fok (teelt; reproductie; voortplanting; )
    la reproduction; la culture; l'élevage; la crue
  2. de fok (veefokkerij; teelt; fokkerij; )

Translation Matrix for fok:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
crue aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aangroeiing; aanplant; aanwas; begroeiing; gewas; vermeerdering
culture aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aankweken; aanplant; aanplanten; begroeiing; beplanting; beschaving; civilisatie; culture; cultuur; doen voorttelen; fokken; geboefte; gebroed; gespuis; gewas; gewassenverbouwing; grondbewerking; kweek; kweken; plantage; planten; poten; schorriemorrie; telen; tuig; uitschot; vegetatie; verbouwen
reproduction aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting afschrift; duplicaat; fotokopie; kopie; teruggave; transcriptie; weergave
élevage aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aankweken; doen voorttelen; fokken; geboefte; gebroed; gespuis; kweken; schorriemorrie; telen; tuig; uitschot; veebedrijf; veefokkerij; veehouderij; veeteelt; verbouwen
élevage de bétail aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting

Palabras relacionadas con "fok":


Wiktionary: fok

fok
noun
  1. driehoekig zeil bevestigd aan de voorstag
  2. het fokken, de teelt van dieren
  3. bril
fok
noun
  1. marine|fr voile triangulaire qui se place à l’avant du bateau et qui est utilisée par grand vent.

Cross Translation:
FromToVia
fok foc jib — basic jib

fokken:

fokken verbo (fok, fokt, fokte, fokten, gefokt)

  1. fokken (kweken; opfokken)
    élever; faire l'élevage de
    • élever verbo (élève, élèves, élevons, élevez, )
  2. fokken (telen; kweken; voortbrengen; )
    produire; cultiver
    • produire verbo (produis, produit, produisons, produisez, )
    • cultiver verbo (cultive, cultives, cultivons, cultivez, )

Conjugaciones de fokken:

o.t.t.
  1. fok
  2. fokt
  3. fokt
  4. fokken
  5. fokken
  6. fokken
o.v.t.
  1. fokte
  2. fokte
  3. fokte
  4. fokten
  5. fokten
  6. fokten
v.t.t.
  1. heb gefokt
  2. hebt gefokt
  3. heeft gefokt
  4. hebben gefokt
  5. hebben gefokt
  6. hebben gefokt
v.v.t.
  1. had gefokt
  2. had gefokt
  3. had gefokt
  4. hadden gefokt
  5. hadden gefokt
  6. hadden gefokt
o.t.t.t.
  1. zal fokken
  2. zult fokken
  3. zal fokken
  4. zullen fokken
  5. zullen fokken
  6. zullen fokken
o.v.t.t.
  1. zou fokken
  2. zou fokken
  3. zou fokken
  4. zouden fokken
  5. zouden fokken
  6. zouden fokken
en verder
  1. is gefokt
  2. zijn gefokt
diversen
  1. fok!
  2. fokt!
  3. gefokt
  4. fokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

fokken [het ~] sustantivo

  1. het fokken (doen voorttelen; aankweken)
    la culture; l'élevage

Translation Matrix for fokken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
culture aankweken; doen voorttelen; fokken aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; aanplanten; begroeiing; beplanting; beschaving; civilisatie; culture; cultuur; fok; fokkerij; geboefte; gebroed; gespuis; gewas; gewassenverbouwing; grondbewerking; kweek; kweken; plantage; planten; poten; reproductie; schorriemorrie; teelt; telen; tuig; uitschot; vegetatie; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
élevage aankweken; doen voorttelen; fokken aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; geboefte; gebroed; gespuis; kweken; reproductie; schorriemorrie; teelt; telen; tuig; uitschot; veebedrijf; veefokkerij; veehouderij; veeteelt; verbouw; verbouwen; voortbrenging; voortplanting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
cultiver aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen beschaven; civiliseren; cultiveren; exploiteren; ontwikkelen; uitbuiten
faire l'élevage de fokken; kweken; opfokken
produire aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voortbrengen baren; bevallen; een prestatie leveren; fabriceren; maken; opbrengen; ophoesten; opleveren; presteren; produceren; ter wereld brengen; vervaardigen; verwekken; voor de dag komen met; voortbrengen
élever fokken; kweken; opfokken funderen; gronden; grondvesten; grootbrengen; heffen; hoger maken; hoger worden; instellen; invoeren; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; omhoogkomen; opheffen; ophogen; oprichten; opstijgen; optillen; opvliegen; opvoeden; stichten; tillen; verhogen; vormen

Palabras relacionadas con "fokken":


Wiktionary: fokken

fokken
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens