Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. bruikbaar:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bruikbaar de neerlandés a francés

bruikbaar:

bruikbaar adj.

  1. bruikbaar (praktisch; nuttig; voordelig)
  2. bruikbaar (nuttig; inzetbaar; handig; werkbaar)

Translation Matrix for bruikbaar:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
pratique artsenpraktijk; beoefening; ervaring; praktijk; routine; uitoefening
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
pratique bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig aangewend; eenvoudig; gemakkelijk; in de praktijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; nuttig; practisch; praktisch; simpel; toegepast
utile bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar aangewend; bruikbare; gemakkelijk; handig; nuttig; practisch; toegepast; zinrijk; zinvol
utilisable bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; praktisch; voordelig; werkbaar bruikbare

Palabras relacionadas con "bruikbaar":


Wiktionary: bruikbaar

bruikbaar
Cross Translation:
FromToVia
bruikbaar utilisable usable — capable of being used
bruikbaar utile useful — having a practical or beneficial use