Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. samenplakken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de samenplakken de neerlandés a francés

samenplakken:

samenplakken verbo

  1. samenplakken (klitten)
    coller
    • coller verbo (colle, colles, collons, collez, )

Translation Matrix for samenplakken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
coller aanlijmen; aanplakken; lijmen; vastlijmen; vastplakken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
coller klitten; samenplakken aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aanbakken; aanbranden; aandrukken; aaneen plakken; aaneenplakken; aankleven; aanlijmen; bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; iets vastkleven; inplakken; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vastdrukken; vasthechten; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastmaken; vastplakken; vastzetten

Wiktionary: samenplakken

samenplakken
verb
  1. unir et mêler plusieurs substances de manière à en former une masse compacte.