Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. uitbeitelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitbeitelen de neerlandés a francés

uitbeitelen:

uitbeitelen verbo

  1. uitbeitelen (uitbikken)
    graver; ciseler; refouiller au ciseau
    • graver verbo (grave, graves, gravons, gravez, )
    • ciseler verbo (cisèle, cisèles, ciselons, ciselez, )

Translation Matrix for uitbeitelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ciseler uitbeitelen; uitbikken beitelen; inbeitelen
graver uitbeitelen; uitbikken branden; creneleren; een inkeping maken; etsen; graveren; griffelen; griffen; groeven; ingraveren; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; met een stift inkrassen
refouiller au ciseau uitbeitelen; uitbikken

Wiktionary: uitbeitelen

uitbeitelen
verb
  1. met een beitel uithakken