Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. gemak:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gemak de neerlandés a francés

gemak:

gemak [het ~] sustantivo

  1. het gemak (gemakkelijkheid)
    la commodité; l'aise; le confort
  2. het gemak (bedaardheid; geduld; kalmheid)
    la placidité; le calme

Translation Matrix for gemak:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
aise gemak; gemakkelijkheid behaaglijkheid; comfort; gerief; geriefelijkheid
calme bedaardheid; geduld; gemak; kalmheid gelijkmatigheid; gelijkmoedigheid; gemoedsrust; gerustheid; kalmte; nuchterheid; onverstoorbaarheid; rust; rustigheid; sereniteit; stilheid; stilte; vrede; vredessituatie; vredigheid; windstilte
commodité gemak; gemakkelijkheid behaaglijkheid; comfort; gemakkelijkheid; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid
confort gemak; gemakkelijkheid behaaglijkheid; comfort; gemoedelijkheid; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; gezelligheid; knusheid; soelaas
placidité bedaardheid; geduld; gemak; kalmheid
- comfort
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
calme bedaard; berustend; gedeisd; gelaten; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; koel; koud; lijdelijk; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes aan; vrijuit; windstil
calmement akkertje; gemak; kalmaan bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; koel; koud; onaangedaan; onberoerd; onbewogen; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; rustig; rustig aan; rustigjes; stilletjes aan; vrijuit
impassiblement akkertje; gemak; kalmaan emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos

Palabras relacionadas con "gemak":

  • gemakken, gemake

Sinónimos de "gemak":


Definiciones relacionadas de "gemak":

  1. wat het leven gemakkelijker of plezieriger maakt1
    • dit huis is van alle gemakken voorzien1
  2. toestand van niet opgewonden zijn, rustig zijn1
    • ik voel me daar op m'n gemak1
  3. wat geen inspanning kost1
    • met het grootste gemak sprong hij over de sloot1

Wiktionary: gemak

gemak
Cross Translation:
FromToVia
gemak confort comfort — contentment, ease
gemak facilité facility — dexterity, skill
gemak trône throne — lavatory or toilet

Traducciones relacionadas de gemak