Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. ketteren:
  2. ketter:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ketteren de neerlandés a francés

ketteren:

ketteren verbo (ketter, kettert, ketterde, ketterden, geketterd)

  1. ketteren
    fulminer; insulter; injurier; tempêter; vociférer
    • fulminer verbo (fulmine, fulmines, fulminons, fulminez, )
    • insulter verbo (insulte, insultes, insultons, insultez, )
    • injurier verbo (injurie, injuries, injurions, injuriez, )
    • tempêter verbo (tempête, tempêtes, tempêtons, tempêtez, )
    • vociférer verbo (vocifère, vocifères, vociférons, vociférez, )

Conjugaciones de ketteren:

o.t.t.
  1. ketter
  2. kettert
  3. kettert
  4. ketteren
  5. ketteren
  6. ketteren
o.v.t.
  1. ketterde
  2. ketterde
  3. ketterde
  4. ketterden
  5. ketterden
  6. ketterden
v.t.t.
  1. heb geketterd
  2. hebt geketterd
  3. heeft geketterd
  4. hebben geketterd
  5. hebben geketterd
  6. hebben geketterd
v.v.t.
  1. had geketterd
  2. had geketterd
  3. had geketterd
  4. hadden geketterd
  5. hadden geketterd
  6. hadden geketterd
o.t.t.t.
  1. zal ketteren
  2. zult ketteren
  3. zal ketteren
  4. zullen ketteren
  5. zullen ketteren
  6. zullen ketteren
o.v.t.t.
  1. zou ketteren
  2. zou ketteren
  3. zou ketteren
  4. zouden ketteren
  5. zouden ketteren
  6. zouden ketteren
diversen
  1. ketter!
  2. kettert!
  3. geketterd
  4. ketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ketteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fulminer ketteren brullen; donderen; foeteren; fulmineren; gillen; het uitgillen; krijsen; kwaad zijn; razen; schreeuwen; schuimbekken; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren; uitvaren tegen; vuilbekken; woedend zijn
injurier ketteren afgeven op; beledigen; benadelen; beschimpen; bespotten; bezeren; blesseren; donderen; foeteren; fulmineren; krenken; kwetsen; nadeel berokkenen; razen; schaden; schelden; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; uitvaren; verwonden; vloeken
insulter ketteren afgeven op; belasteren; beledigen; beschimpen; donderen; foeteren; fulmineren; grieven; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; pijn doen; razen; schamperen; schelden; schelden op; smaden; smalen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; uitvaren; zeer doen
tempêter ketteren blaffen; brullen; bulderen; daveren; donderen; fulmineren; hard waaien; het uitgillen; kwaad zijn; razen; schreeuwen; schuimbekken; stormen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren; woeden; woedend zijn
vociférer ketteren brullen; donderen; foeteren; fulmineren; het uitgillen; kwaad zijn; razen; schuimbekken; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren; woedend zijn

Palabras relacionadas con "ketteren":


Wiktionary: ketteren

ketteren

ketteren forma de ketter:

ketter [de ~ (m)] sustantivo

  1. de ketter
    l'hérétique; le renégat

Translation Matrix for ketter:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hérétique ketter
renégat ketter afvallige; verzaakster; verzaker
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
hérétique ketters

Palabras relacionadas con "ketter":


Wiktionary: ketter


Cross Translation:
FromToVia
ketter hérétique heretic — someone who believes contrary to fundamentals
ketter hérétique Ketzerkatholische Kirche, abwertend: jemand, der kirchliche Dogmen und Glaubenslehren ablehnt und/oder öffentlich kritisiert
ketter hérétique Ketzerübertragen, abwertend: jemand, der öffentlich eine Ansicht zu einem bestimmten Thema vertritt, die der überwiegenden Meinung widerspricht