Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. verscherpen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verscherpen de neerlandés a francés

verscherpen:

verscherpen verbo (verscherp, verscherpt, verscherpte, verscherpten, verscherpt)

  1. verscherpen (aanhalen)
    renforcer; rendre plus actif; aiguiser; raffermir; intensifier
    • renforcer verbo (renforce, renforces, renforçons, renforcez, )
    • aiguiser verbo (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, )
    • raffermir verbo (raffermis, raffermit, raffermissons, raffermissez, )
    • intensifier verbo (intensifie, intensifies, intensifions, intensifiez, )

Conjugaciones de verscherpen:

o.t.t.
  1. verscherp
  2. verscherpt
  3. verscherpt
  4. verscherpen
  5. verscherpen
  6. verscherpen
o.v.t.
  1. verscherpte
  2. verscherpte
  3. verscherpte
  4. verscherpten
  5. verscherpten
  6. verscherpten
v.t.t.
  1. heb verscherpt
  2. hebt verscherpt
  3. heeft verscherpt
  4. hebben verscherpt
  5. hebben verscherpt
  6. hebben verscherpt
v.v.t.
  1. had verscherpt
  2. had verscherpt
  3. had verscherpt
  4. hadden verscherpt
  5. hadden verscherpt
  6. hadden verscherpt
o.t.t.t.
  1. zal verscherpen
  2. zult verscherpen
  3. zal verscherpen
  4. zullen verscherpen
  5. zullen verscherpen
  6. zullen verscherpen
o.v.t.t.
  1. zou verscherpen
  2. zou verscherpen
  3. zou verscherpen
  4. zouden verscherpen
  5. zouden verscherpen
  6. zouden verscherpen
diversen
  1. verscherp!
  2. verscherpt!
  3. verscherpt
  4. verscherpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verscherpen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aiguiser aanhalen; verscherpen aanpunten; aanslijpen; aansporen; aanzetten; aanzetten tot; animeren; instigeren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; scherp maken; scherpen; slijpen; stimuleren; wetten
intensifier aanhalen; verscherpen aanscherpen; escaleren; intensiveren; opvoeren; toespitsen; uit de hand lopen; vergroten; verhevigen; versterken
raffermir aanhalen; verscherpen consolideren; opstijven; sterken; sterker worden; versterken; verstevigen
rendre plus actif aanhalen; verscherpen
renforcer aanhalen; verscherpen aandikken; aanscherpen; bevestigen; bezwaren; consolideren; ergens aan bevestigen; gewicht toevoegen; iets overdreven voorstellen; intensiveren; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven; sterken; sterker maken; sterker worden; toespitsen; vastmaken; vastzetten; verhevigen; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken