Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. spijs:
  2. spijzen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de spijs de neerlandés a francés

spijs:


spijzen:

spijzen verbo (spijs, spijst, spijsde, spijsden, gespijsd)

  1. spijzen
    repaître; sustenter; nourrir; donner à manger
    • repaître verbo
    • sustenter verbo
    • nourrir verbo (nourris, nourrit, nourrissons, nourrissez, )

Conjugaciones de spijzen:

o.t.t.
  1. spijs
  2. spijst
  3. spijst
  4. spijsen
  5. spijsen
  6. spijsen
o.v.t.
  1. spijsde
  2. spijsde
  3. spijsde
  4. spijsden
  5. spijsden
  6. spijsden
v.t.t.
  1. heb gespijsd
  2. hebt gespijsd
  3. heeft gespijsd
  4. hebben gespijsd
  5. hebben gespijsd
  6. hebben gespijsd
v.v.t.
  1. had gespijsd
  2. had gespijsd
  3. had gespijsd
  4. hadden gespijsd
  5. hadden gespijsd
  6. hadden gespijsd
o.t.t.t.
  1. zal spijzen
  2. zult spijzen
  3. zal spijzen
  4. zullen spijzen
  5. zullen spijzen
  6. zullen spijzen
o.v.t.t.
  1. zou spijzen
  2. zou spijzen
  3. zou spijzen
  4. zouden spijzen
  5. zouden spijzen
  6. zouden spijzen
en verder
  1. ben gespijsd
  2. bent gespijsd
  3. is gespijsd
  4. zijn gespijsd
  5. zijn gespijsd
  6. zijn gespijsd
diversen
  1. spijs!
  2. spijst!
  3. gespijsd
  4. spijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for spijzen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
donner à manger spijzen eten geven; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voeren
nourrir spijzen borstvoeding geven; de borst geven; eten geven; financieel steunen; grootbrengen; koesteren; onderhouden; opvoeden; spijzigen; te eten geven; voeden; voederen; voedsel geven; voeren; vormen; zogen
repaître spijzen
sustenter spijzen

Palabras relacionadas con "spijzen":


Traducciones relacionadas de spijs