Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. reiken:
  2. Wiktionary:
    • reiken → s'étendre


Neerlandés

Traducciones detalladas de reiken de neerlandés a francés

reiken:

reiken verbo (reik, reikt, reikte, reikten, gereikt)

  1. reiken (komen tot)
    atteindre; arriver à; aller jusqu'à
    • atteindre verbo (atteins, atteint, atteignons, atteignez, )
    • arriver à verbo
  2. reiken (aanreiken; geven; aangeven)
    donner; remettre; passer; étendre; tendre
    • donner verbo (donne, donnes, donnons, donnez, )
    • remettre verbo (remets, remet, remettons, remettez, )
    • passer verbo (passe, passes, passons, passez, )
    • étendre verbo (étends, étend, étendons, étendez, )
    • tendre verbo (tends, tend, tendons, tendez, )

Conjugaciones de reiken:

o.t.t.
  1. reik
  2. reikt
  3. reikt
  4. reiken
  5. reiken
  6. reiken
o.v.t.
  1. reikte
  2. reikte
  3. reikte
  4. reikten
  5. reikten
  6. reikten
v.t.t.
  1. heb gereikt
  2. hebt gereikt
  3. heeft gereikt
  4. hebben gereikt
  5. hebben gereikt
  6. hebben gereikt
v.v.t.
  1. had gereikt
  2. had gereikt
  3. had gereikt
  4. hadden gereikt
  5. hadden gereikt
  6. hadden gereikt
o.t.t.t.
  1. zal reiken
  2. zult reiken
  3. zal reiken
  4. zullen reiken
  5. zullen reiken
  6. zullen reiken
o.v.t.t.
  1. zou reiken
  2. zou reiken
  3. zou reiken
  4. zouden reiken
  5. zouden reiken
  6. zouden reiken
diversen
  1. reik!
  2. reikt!
  3. gereikt
  4. reikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reiken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
donner weggeven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
aller jusqu'à komen tot; reiken
arriver à komen tot; reiken aflopen; bedingen; bewerkstelligen; bolwerken; ertoe komen; fixen; klaarspelen; lappen; raken; terechtkomen; treffen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voor elkaar krijgen; voorbijgaan
atteindre komen tot; reiken aangaan; aankomen; aflopen; arriveren; behalen; bereiken; beroeren; betreffen; doordringen; ontroeren; penetreren in; raken; resulteren; slaan op; terechtkomen; treffen; uitkomen bij; uitvloeien in; vergaan; verkrijgen; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; winnen
donner aangeven; aanreiken; geven; reiken aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; schenken; ten huwelijk geven; toebrengen; toedragen; toesteken; toevoeren; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; verlenen; verstrekken; weggeven; wegschenken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
passer aangeven; aanreiken; geven; reiken aankomen; aanlopen; aantrekken; aflopen; besteden; bezoeken; dichttrekken; doorbrengen; doordrukken; doorheen reizen; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; dwars oversteken; erdoor komen; geven; inhalen; inlopen; komen aanlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; oversteken; passeren; reizen door; schenken; slijten; toestoppen; vergaan; verlenen; verlopen; verstrekken; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijrijden; voorbijvaren
remettre aangeven; aanreiken; geven; reiken aangeven; aanreiken; afgeven; aflossen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; distribueren; doorgeven; geven; inleveren; leveren; overgeven; overhandigen; overleveren; remplaceren; restitueren; retourneren; ronddelen; schenken; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugleggen; terugplaatsen; terugzenden; terugzetten; toesteken; uitreiken; verdagen; verdelen; verder reiken; verlenen; vernieuwen; verstrekken; versturen; vervangen; verwisselen; zenden
tendre aangeven; aanreiken; geven; reiken oprekken; opspannen; rekken; spannen; strak maken
étendre aangeven; aanreiken; geven; reiken breder maken; expanderen; klaar leggen; naar buiten hangen; ontvouwen; openen; openspreiden; openvouwen; oprekken; opspannen; rekken; rondstrooien; spannen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uithangen; uitklappen; uitrekken; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen; uitzaaien; uitzenden; uitzwellen; verbreden; verbreiden; verbreider; verdeler; verdiepen; vergroten; verlengen; vermeerderen; verruimen; verspreiden; verstrooien; verwijden
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
tendre breekbaar; broos; clement; delicaat; diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; genadig; gevoelig; gevoelvol; goedhartig; iel; innig; intens; kwetsbaar; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mak; mild; rank; sentimenteel; slank; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vergevingsgezind; verzoenend; weekhartig; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zwak

Wiktionary: reiken


Cross Translation:
FromToVia
reiken → s'étendre stretch — extend between limits

Traducciones relacionadas de reiken