Neerlandés
Traducciones detalladas de aan kracht inboeten de neerlandés a francés
aan kracht inboeten:
aan kracht inboeten verbo (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
-
aan kracht inboeten (verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; zwak worden)
affaiblir; atténuer; épuiser; perdre sa force; s'affaiblir-
affaiblir verbo (affaiblis, affaiblit, affaiblissons, affaiblissez, affaiblissent, affaiblissais, affaiblissait, affaiblissions, affaiblissiez, affaiblissaient, affaiblîmes, affaiblîtes, affaiblirent, affaiblirai, affaibliras, affaiblira, affaiblirons, affaiblirez, affaibliront)
-
atténuer verbo (atténue, atténues, atténuons, atténuez, atténuent, atténuais, atténuait, atténuions, atténuiez, atténuaient, atténuai, atténuas, atténua, atténuâmes, atténuâtes, atténuèrent, atténuerai, atténueras, atténuera, atténuerons, atténuerez, atténueront)
-
épuiser verbo (épuise, épuises, épuisons, épuisez, épuisent, épuisais, épuisait, épuisions, épuisiez, épuisaient, épuisai, épuisas, épuisa, épuisâmes, épuisâtes, épuisèrent, épuiserai, épuiseras, épuisera, épuiserons, épuiserez, épuiseront)
-
perdre sa force verbo
-
s'affaiblir verbo
-
Conjugaciones de aan kracht inboeten:
o.t.t.
- boet aan kracht in
- boet aan kracht in
- boet aan kracht in
- boeten aan kracht in
- boeten aan kracht in
- boeten aan kracht in
o.v.t.
- boette aan kracht in
- boette aan kracht in
- boette aan kracht in
- boetten aan kracht in
- boetten aan kracht in
- boetten aan kracht in
v.t.t.
- heb aan kracht ingeboet
- hebt aan kracht ingeboet
- heeft aan kracht ingeboet
- hebben aan kracht ingeboet
- hebben aan kracht ingeboet
- hebben aan kracht ingeboet
v.v.t.
- had aan kracht ingeboet
- had aan kracht ingeboet
- had aan kracht ingeboet
- hadden aan kracht ingeboet
- hadden aan kracht ingeboet
- hadden aan kracht ingeboet
o.t.t.t.
- zal aan kracht inboeten
- zult aan kracht inboeten
- zal aan kracht inboeten
- zullen aan kracht inboeten
- zullen aan kracht inboeten
- zullen aan kracht inboeten
o.v.t.t.
- zou aan kracht inboeten
- zou aan kracht inboeten
- zou aan kracht inboeten
- zouden aan kracht inboeten
- zouden aan kracht inboeten
- zouden aan kracht inboeten
diversen
- boet aan kracht in!
- boet aan kracht in!
- aan kracht ingeboet
- aan kracht inboetende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze