Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
agresseur
|
aanrander; aanvaller; overvaller
|
|
assaillant
|
aanrander; aanvaller
|
|
attaquant
|
aanrander; aanvaller; overvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
|
|
avant
|
aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
|
voorschip
|
avant de pointe
|
aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
|
|
bandit
|
aanvaller; overvaller
|
bandiet; boef; boosdoener; booswicht; crimineel; delinquent; fielt; galgenbrok; galgentronie; misdadiger; onverlaat; rover; schobbejak; schurk; slechtaard; snaak; snoodaard; struikrover
|
brigand
|
aanvaller; overvaller
|
bandiet; boef; boosdoener; booswicht; dief; fielt; ladelichter; mispunt; naarling; onverlaat; rotzak; rover; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; stinkerd; struikrover
|
pillard
|
aanvaller; overvaller
|
|
voleur
|
aanvaller; overvaller
|
binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; ladelichter; rover; struikrover
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
avant
|
|
binnen; binnen een tijdsspanne; eerder; tevoren; van tevoren; vantevoren; vooraf; voordien; voorheen; vroeger
|