Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. afzwaaien:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afzwaaien de neerlandés a francés

afzwaaien:

afzwaaien verbo (zwaai af, zwaait af, zwaaide af, zwaaiden af, afgezwaaid)

  1. afzwaaien (demobiliseren)
    démobiliser; être démobilisé
    • démobiliser verbo (démobilise, démobilises, démobilisons, démobilisez, )

Conjugaciones de afzwaaien:

o.t.t.
  1. zwaai af
  2. zwaait af
  3. zwaait af
  4. zwaaien af
  5. zwaaien af
  6. zwaaien af
o.v.t.
  1. zwaaide af
  2. zwaaide af
  3. zwaaide af
  4. zwaaiden af
  5. zwaaiden af
  6. zwaaiden af
v.t.t.
  1. ben afgezwaaid
  2. bent afgezwaaid
  3. is afgezwaaid
  4. zijn afgezwaaid
  5. zijn afgezwaaid
  6. zijn afgezwaaid
v.v.t.
  1. was afgezwaaid
  2. was afgezwaaid
  3. was afgezwaaid
  4. waren afgezwaaid
  5. waren afgezwaaid
  6. waren afgezwaaid
o.t.t.t.
  1. zal afzwaaien
  2. zult afzwaaien
  3. zal afzwaaien
  4. zullen afzwaaien
  5. zullen afzwaaien
  6. zullen afzwaaien
o.v.t.t.
  1. zou afzwaaien
  2. zou afzwaaien
  3. zou afzwaaien
  4. zouden afzwaaien
  5. zouden afzwaaien
  6. zouden afzwaaien
diversen
  1. zwaai af!
  2. zwaait af!
  3. afgezwaaid
  4. afzwaaiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afzwaaien:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
démobiliser afzwaaien; demobiliseren pasporteren
être démobilisé afzwaaien; demobiliseren