Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. bagatelliseren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bagatelliseren de neerlandés a francés

bagatelliseren:

bagatelliseren verbo (bagatelliseer, bagatelliseert, bagatelliseerde, bagatelliseerden, gebagetelliseerd)

  1. bagatelliseren (vergoelijken)
    pallier; minimiser; excuser
    • pallier verbo (pallie, pallies, pallions, palliez, )
    • minimiser verbo (minimise, minimises, minimisons, minimisez, )
    • excuser verbo (excuse, excuses, excusons, excusez, )
  2. bagatelliseren
    minimiser; minorer
    • minimiser verbo (minimise, minimises, minimisons, minimisez, )
    • minorer verbo

Conjugaciones de bagatelliseren:

o.t.t.
  1. bagatelliseer
  2. bagatelliseert
  3. bagatelliseert
  4. bagetelliseren
  5. bagatelliseren
  6. bagetelliseren
o.v.t.
  1. bagatelliseerde
  2. bagatelliseerde
  3. bagatelliseerde
  4. bagatelliseerden
  5. bagatelliseerden
  6. bagatelliseerden
v.t.t.
  1. heb gebagetelliseerd
  2. hebt gebagetelliseerd
  3. heeft gebagetelliseerd
  4. hebben gebagetelliseerd
  5. hebben gebagetelliseerd
  6. hebben gebagetelliseerd
v.v.t.
  1. had gebagetelliseerd
  2. had gebagetelliseerd
  3. had gebagetelliseerd
  4. hadden gebagetelliseerd
  5. hadden gebagetelliseerd
  6. hadden gebagetelliseerd
o.t.t.t.
  1. zal bagatelliseren
  2. zult bagatelliseren
  3. zal bagatelliseren
  4. zullen bagatelliseren
  5. zullen bagatelliseren
  6. zullen bagatelliseren
o.v.t.t.
  1. zou bagatelliseren
  2. zou bagatelliseren
  3. zou bagatelliseren
  4. zouden bagatelliseren
  5. zouden bagatelliseren
  6. zouden bagatelliseren
diversen
  1. bagatelliseer!
  2. bagatelliseert!
  3. gebagetelliseerd
  4. bagetelliserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bagatelliseren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
excuser bagatelliseren; vergoelijken excuseren; goedpraten; rechtpraten; rechtvaardigen; verantwoorden; vergeven; vergiffenis schenken; vergoelijken; verschonen; wettigen
minimiser bagatelliseren; vergoelijken kleiner maken; minder maken; minimaliseren; verkleinen
minorer bagatelliseren
pallier bagatelliseren; vergoelijken verbloemen

Traducciones automáticas externas: