Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
actif
|
|
actieve vorm; activum; bedrijvende vorm; boedel; huisraad; inboedel
|
travailleur
|
|
arbeider; arbeidskracht; werker; werkkracht; werkman; werknemer
|
Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
actif
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; nijver; werkend; werkzaam
|
actief; arbeidzaam; beweeglijk; daadkrachtig; dynamisch; energiek; levendig; noest; onrustig; roerig; snelwerkend; woelig
|
occupé
|
actief; bedrijvig; bezig; druk
|
bezet; gebonden; niet vrij; onledig; onledig houden met
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
active
|
actief; bedrijvig; bezig; druk; nijver
|
|
activement
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; nijver; werkend; werkzaam
|
actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
|
affairé
|
actief; bedrijvig; bezig; druk
|
onrustig; roerig; woelig
|
agissant
|
actief; bedrijvig; bezig; druk
|
beslist; doortastend; ferm; fungerend; handelend; kordaat; krachtdadig; krachtig
|
animé
|
actief; bedrijvig; bezig; druk
|
actief; bevlogen; beweeglijk; bezet; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; energiek; enthousiast; fideel; fleurig; geanimeerd; geestdriftig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; lawaaierig; levendig; levenslustig; luid; luidruchtig; lustig; monter; onrustig; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; roerig; rumoerig; tierig; uitgelaten; vief; vol fut; vrolijk; wakker; welgemoed; woelig; zonnig
|
diligemment
|
actief; bedrijvig; bezig; druk; nijver
|
|
diligent
|
actief; bedrijvig; bezig; druk; nijver
|
|
laborieuse
|
actief; bedrijvig; bezig; nijver
|
moeizaam
|
laborieusement
|
actief; bedrijvig; bezig; nijver
|
moeizaam
|
laborieux
|
actief; bedrijvig; bezig; nijver
|
arbeidzaam; bedreven; moeizaam; noest; onvermoeibaar
|
labourieusement
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam
|
|
travaillant
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; werkend; werkzaam
|
hardwerkend
|
travailleur
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; werkend; werkzaam
|
arbeidzaam; noest
|