Resumen
Neerlandés a francés: más información...
- beroep doen op:
-
Wiktionary:
- beroep doen op → appeler
Neerlandés
Traducciones detalladas de beroep doen op de neerlandés a francés
beroep doen op:
beroep doen op verbo (doe beroep op, doet beroep op, deed beroep op, deden beroep op, beroep gedaan op)
-
beroep doen op
faire appel à; solliciter; appeler-
faire appel à verbo
-
solliciter verbo (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, sollicitent, sollicitais, sollicitait, sollicitions, sollicitiez, sollicitaient, sollicitai, sollicitas, sollicita, sollicitâmes, sollicitâtes, sollicitèrent, solliciterai, solliciteras, sollicitera, solliciterons, solliciterez, solliciteront)
-
appeler verbo (appelle, appelles, appelons, appelez, appellent, appelais, appelait, appelions, appeliez, appelaient, appelai, appelas, appela, appelâmes, appelâtes, appelèrent, appellerai, appelleras, appellera, appellerons, appellerez, appelleront)
-
Conjugaciones de beroep doen op:
o.t.t.
- doe beroep op
- doet beroep op
- doet beroep op
- doen beroep op
- doen beroep op
- doen beroep op
o.v.t.
- deed beroep op
- deed beroep op
- deed beroep op
- deden beroep op
- deden beroep op
- deden beroep op
v.t.t.
- heb beroep gedaan op
- hebt beroep gedaan op
- heeft beroep gedaan op
- hebben beroep gedaan op
- hebben beroep gedaan op
- hebben beroep gedaan op
v.v.t.
- had beroep gedaan op
- had beroep gedaan op
- had beroep gedaan op
- hadden beroep gedaan op
- hadden beroep gedaan op
- hadden beroep gedaan op
o.t.t.t.
- zal beroep doen op
- zult beroep doen op
- zal beroep doen op
- zullen beroep doen op
- zullen beroep doen op
- zullen beroep doen op
o.v.t.t.
- zou beroep doen op
- zou beroep doen op
- zou beroep doen op
- zouden beroep doen op
- zouden beroep doen op
- zouden beroep doen op
diversen
- doe beroep op!
- doet beroep op!
- beroep gedaan op
- beroep doend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for beroep doen op:
Wiktionary: beroep doen op
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beroep doen op | → appeler | ↔ appeal — to call upon another to decide a question controverted, to corroborate a statement, to vindicate one's rights, etc |