Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. bestendigen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bestendigen de neerlandés a francés

bestendigen:

bestendigen verbo (bestendig, bestendigt, bestendigde, bestendigden, bestendigd)

  1. bestendigen
    maintenir; stabiliser; consolider; faire durer
    • maintenir verbo (maintiens, maintient, maintenons, maintenez, )
    • stabiliser verbo (stabilise, stabilises, stabilisons, stabilisez, )
    • consolider verbo (consolide, consolides, consolidons, consolidez, )
    • faire durer verbo

Conjugaciones de bestendigen:

o.t.t.
  1. bestendig
  2. bestendigt
  3. bestendigt
  4. bestendigen
  5. bestendigen
  6. bestendigen
o.v.t.
  1. bestendigde
  2. bestendigde
  3. bestendigde
  4. bestendigden
  5. bestendigden
  6. bestendigden
v.t.t.
  1. heb bestendigd
  2. hebt bestendigd
  3. heeft bestendigd
  4. hebben bestendigd
  5. hebben bestendigd
  6. hebben bestendigd
v.v.t.
  1. had bestendigd
  2. had bestendigd
  3. had bestendigd
  4. hadden bestendigd
  5. hadden bestendigd
  6. hadden bestendigd
o.t.t.t.
  1. zal bestendigen
  2. zult bestendigen
  3. zal bestendigen
  4. zullen bestendigen
  5. zullen bestendigen
  6. zullen bestendigen
o.v.t.t.
  1. zou bestendigen
  2. zou bestendigen
  3. zou bestendigen
  4. zouden bestendigen
  5. zouden bestendigen
  6. zouden bestendigen
diversen
  1. bestendig!
  2. bestendigt!
  3. bestendigd
  4. bestendigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bestendigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
consolider bestendigen aanscherpen; consolideren; dragen; intensiveren; ondersteunen; schoren; schragen; solidair maken; solidariseren; sterken; sterker maken; sterker worden; steunen; stutten; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen
faire durer bestendigen doorgaan; doorzetten; een stapje verder gaan; standhouden; verdergaan; volharden; volhouden
maintenir bestendigen beethouden; behoeden; behouden; beschermen; bewaren; conserveren; doorstaan; dragen; dulden; handhaven; harden; hooghouden; in bescherming nemen; in de hoogte houden; instandhouden; niet terugnemen; omhooghouden; ophouden; stand houden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volhouden
stabiliser bestendigen consolideren; stabiel maken; stabiliseren; verstevigen

Traducciones automáticas externas: