Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. cursiveren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de cursiveren de neerlandés a francés

cursiveren:

cursiveren verbo (cursiveer, cursiveert, cursiveerde, cursiveerden, gecursiveerd)

  1. cursiveren

Conjugaciones de cursiveren:

o.t.t.
  1. cursiveer
  2. cursiveert
  3. cursiveert
  4. cursiveren
  5. cursiveren
  6. cursiveren
o.v.t.
  1. cursiveerde
  2. cursiveerde
  3. cursiveerde
  4. cursiveerden
  5. cursiveerden
  6. cursiveerden
v.t.t.
  1. heb gecursiveerd
  2. hebt gecursiveerd
  3. heeft gecursiveerd
  4. hebben gecursiveerd
  5. hebben gecursiveerd
  6. hebben gecursiveerd
v.v.t.
  1. had gecursiveerd
  2. had gecursiveerd
  3. had gecursiveerd
  4. hadden gecursiveerd
  5. hadden gecursiveerd
  6. hadden gecursiveerd
o.t.t.t.
  1. zal cursiveren
  2. zult cursiveren
  3. zal cursiveren
  4. zullen cursiveren
  5. zullen cursiveren
  6. zullen cursiveren
o.v.t.t.
  1. zou cursiveren
  2. zou cursiveren
  3. zou cursiveren
  4. zouden cursiveren
  5. zouden cursiveren
  6. zouden cursiveren
en verder
  1. is gecursiveerd
  2. zijn gecursiveerd
diversen
  1. cursiveer!
  2. cursiveert!
  3. gecursiveerd
  4. cursiverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for cursiveren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
mettre en italique cursiveren