Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
apparence
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
aangezicht; aanzien; air; allure; buitenkant; exterieur; façade; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; illusie; schijn; schijngestalte; type; uiterlijk; uiterlijke schijn; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave
|
camouflage
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
camouflage; verberging; verborgene; verheling; verhulling; versluiering
|
changement d'habits
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
|
couvert
|
dekmantel
|
bestek; couvert; eetgerei; enveloppe; maaltijdgang; omslag; wikkel
|
couverture
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
afdekkap; beddedeken; beddensprei; bedekking; boekomslag; dak; dakbedekking; dakdekken; dek; dekblad; deken; dekken; dekking; dekkleed; kaft; kap; koepel; omslag; overdekking; overkapping; overtrek; schutblad; sprei
|
devanture
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
etalage; etalageruit; façade; front; gevel; pui; uitstalkast; uitstalraam; voorgevel; voorkant; voorzijde; winkelpui; winkelraam; winkelruit
|
déguisement
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
camouflage; verberging; verbloeming; verborgene; verheling; verhulling; verkleding; vermomming; versluiering
|
façade
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
aangezicht; façade; front; gevel; gevelwand; pui; uiterlijke schijn; vooreind; vooreinde; voorgevel; voorkant; voormuur; voorste gedeelte; voorzijde
|
manteau
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
halflange herenjas; jack; jak; jas; jasje; jekker; mantel; overjas
|
manteaux
|
dekmantel
|
|
mascarade
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
façade; schijnvertoning
|
masque
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
larve; masker; mom; mombakkes
|
pignon
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
dakgevel; façade; front; gevel; kamwiel; kettingrad; kettingwiel; kroonrad; pui; topgevel; voorgevel; voorkant
|
prétexte
|
dekmantel
|
foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; smoesje; truc
|
travestissement
|
dekmantel; façade; masker; schijn; voorkomen
|
verkleding; vermomming
|
voile
|
dekmantel
|
heiigheid; mist; nevel; sluier; tuigage; voile; waas; zeilsport; zeilwerk
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
couvert
|
|
afgedekt; bedekt; beteuterd; betrokken; bewolkt; gecovered; gedekt; gezekerd; onderhuids; overdekt; overkapt; sip; sluimerend; teleurgesteld; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verkapt; verkleed; vermomd; volgebouwd
|