Neerlandés

Traducciones detalladas de eentonigheid de neerlandés a francés

eentonigheid:

eentonigheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de eentonigheid (uniformiteit; monotonie; saaiheid; eenvormigheid)
    la monotonie; la grisaille

Translation Matrix for eentonigheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
grisaille eentonigheid; eenvormigheid; monotonie; saaiheid; uniformiteit droefgeestigheid; grauwheid; grauwte; grijsheid; grijze kleur; kleurloosheid; melancholie; somberheid
monotonie eentonigheid; eenvormigheid; monotonie; saaiheid; uniformiteit grauwheid; kleurloosheid; somberheid

Palabras relacionadas con "eentonigheid":


Wiktionary: eentonigheid

eentonigheid
noun
  1. caractère de ce qui est monotone.

eentonigheid forma de eentonig:


Translation Matrix for eentonig:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
mortel individu; mens; persoon; sterveling; wezen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- saai; vervelend
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
abrutissant afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf
assommant afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; stomvervelend; zwaar
de manière ennuyeuse afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
de manière monotone afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
embêtant afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf ergerlijk; irritant; vervelend
ennuyant afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend ergerlijk; irritant; vervelend
ennuyeusement afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend ergerlijk; irritant; langdradig; saai; taai; vervelend; zonder afleiding
ennuyeux afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend afgezaagd; ellendig; ergerlijk; flauw; hinderlijk; irritant; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; onaangenaam; rot; saai; saaie; storend; taai; vervelend; zonder afleiding
fade afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf bleekjes; duf; flauw; laf; muf; oubakken; oud; oudbakken; pips; plat; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; suf; verschaald; wee; ziekelijk; zonder smaak; zonder zout; zouteloos; zoutloos; zwak
insipide afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf afstotelijk voor zintuigen; bleekjes; flauw; flauwtjes; laf; lelijk; muf; onappetijtelijk; onsmakelijk; oubakken; oud; oudbakken; pips; plat; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; verschaald; walgelijk; wee; ziekelijk; zonder smaak; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes
lassant eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend langdradig; saai; taai; zonder afleiding
monotone afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend langdradig; saai; taai; zonder afleiding
morne afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend akelig; bedrukt; beroerd; doods; droefgeestig; ellendig; gedrukt; grauw; melancholisch; melancholische; mismoedig; misselijk; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; onbehaaglijk; ongezellig; onpasselijk; onwel; pessimistisch; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; verveloos; vreugdeloos; zwaarmoedig
mortel afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf dodelijk; fataal; sterfelijk
sans esprit afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf dood; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; levenloos; licht; makkelijk; niet bezield; niet moeilijk; onbezield; simpel
terne afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf beslagen; bleek; boosaardig; daas; dof; dood; eenvoudig; flauw; flets; flodderig; futloos; geesteloos; gemakkelijk; gematteerd; glansloos; grauw; grauwkleurig; grijs; lamlendig; levenloos; licht; lusteloos; makkelijk; mat; mistroostig; morsig; niet bezield; niet helder; niet moeilijk; niet uitbundig; onbezield; ongeanimeerd; overbluft; paf; perplex; ranzig; simpel; slap; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; smakeloos; smerig; soezerig; somber; sprakeloos; stom; stomverbaasd; suf; triest; troosteloos; vaal; verschoten; versuft; vies; viezig; voddig; vreugdeloos; vuil; vunzig; zonder smaak; zwijgend

Palabras relacionadas con "eentonig":

  • eentonigheid, eentoniger, eentonigere, eentonigst, eentonigste, eentonige

Sinónimos de "eentonig":


Antónimos de "eentonig":


Definiciones relacionadas de "eentonig":

  1. zonder afwisseling1
    • dit liedje is erg eentonig1

Wiktionary: eentonig

eentonig
adjective
  1. Qui est toujours sur le même ton, qui n’est pas varier dans ses intonations ou dans ses inflexions.

Cross Translation:
FromToVia
eentonig embétant; ennuyeux; monotone; soporifique humdrum — lacking variety or excitement; dull; boring