Neerlandés
Traducciones detalladas de evacueren de neerlandés a francés
evacueren:
-
evacueren (leegruimen; ontruimen)
évacuer; écarter; repousser; s'éloigner-
évacuer verbo (évacue, évacues, évacuons, évacuez, évacuent, évacuais, évacuait, évacuions, évacuiez, évacuaient, évacuai, évacuas, évacua, évacuâmes, évacuâtes, évacuèrent, évacuerai, évacueras, évacuera, évacuerons, évacuerez, évacueront)
-
écarter verbo (écarte, écartes, écartons, écartez, écartent, écartais, écartait, écartions, écartiez, écartaient, écartai, écartas, écarta, écartâmes, écartâtes, écartèrent, écarterai, écarteras, écartera, écarterons, écarterez, écarteront)
-
repousser verbo (repousse, repousses, repoussons, repoussez, repoussent, repoussais, repoussait, repoussions, repoussiez, repoussaient, repoussai, repoussas, repoussa, repoussâmes, repoussâtes, repoussèrent, repousserai, repousseras, repoussera, repousserons, repousserez, repousseront)
-
s'éloigner verbo
-
Conjugaciones de evacueren:
o.t.t.
- evacueer
- evacueert
- evacueert
- evacueren
- evacueren
- evacueren
o.v.t.
- evacueerde
- evacueerde
- evacueerde
- evacueerden
- evacueerden
- evacueerden
v.t.t.
- heb geëvacueerd
- hebt geëvacueerd
- heeft geëvacueerd
- hebben geëvacueerd
- hebben geëvacueerd
- hebben geëvacueerd
v.v.t.
- had geëvacueerd
- had geëvacueerd
- had geëvacueerd
- hadden geëvacueerd
- hadden geëvacueerd
- hadden geëvacueerd
o.t.t.t.
- zal evacueren
- zult evacueren
- zal evacueren
- zullen evacueren
- zullen evacueren
- zullen evacueren
o.v.t.t.
- zou evacueren
- zou evacueren
- zou evacueren
- zouden evacueren
- zouden evacueren
- zouden evacueren
en verder
- ben geëvacueerd
- bent geëvacueerd
- is geëvacueerd
- zijn geëvacueerd
- zijn geëvacueerd
- zijn geëvacueerd
diversen
- evacueer!
- evacueert!
- geëvacueerd
- evacuerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze