Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. fauteuil:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de fauteuil de neerlandés a francés

fauteuil:

fauteuil [de ~ (m)] sustantivo

  1. de fauteuil (luie stoel; makkelijke stoel)
    le fauteuil; le siège

Translation Matrix for fauteuil:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fauteuil fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel crapaud; gestoelte; leunstoel; ligstoel; ruststoel; slaapstoel; stoel; zetel
siège fauteuil; luie stoel; makkelijke stoel beleg; belegering; crapaud; gestoelte; stoel; zetel; zitplaats

Palabras relacionadas con "fauteuil":

  • fauteuils, fauteuiltje, fauteuiltjes

Wiktionary: fauteuil

fauteuil
noun
  1. Soort stoel
fauteuil
noun
  1. Siège

Cross Translation:
FromToVia
fauteuil fauteuil armchair — a chair with supports for the arms or elbows
fauteuil fauteuil Sessel — einsitziges Polstermöbelstück