Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. financieren:
  2. financier:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de financieren de neerlandés a francés

financieren:

financieren verbo (financier, financiert, financierde, financierden, gefinancierd)

  1. financieren
    financer
    • financer verbo (finance, finances, finançons, financez, )

Conjugaciones de financieren:

o.t.t.
  1. financier
  2. financiert
  3. financiert
  4. financieren
  5. financieren
  6. financieren
o.v.t.
  1. financierde
  2. financierde
  3. financierde
  4. financierden
  5. financierden
  6. financierden
v.t.t.
  1. heb gefinancierd
  2. hebt gefinancierd
  3. heeft gefinancierd
  4. hebben gefinancierd
  5. hebben gefinancierd
  6. hebben gefinancierd
v.v.t.
  1. had gefinancierd
  2. had gefinancierd
  3. had gefinancierd
  4. hadden gefinancierd
  5. hadden gefinancierd
  6. hadden gefinancierd
o.t.t.t.
  1. zal financieren
  2. zult financieren
  3. zal financieren
  4. zullen financieren
  5. zullen financieren
  6. zullen financieren
o.v.t.t.
  1. zou financieren
  2. zou financieren
  3. zou financieren
  4. zouden financieren
  5. zouden financieren
  6. zouden financieren
en verder
  1. ben gefinancierd
  2. bent gefinancierd
  3. is gefinancierd
  4. zijn gefinancierd
  5. zijn gefinancierd
  6. zijn gefinancierd
diversen
  1. financier!
  2. financiert!
  3. gefinancierd
  4. financierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for financieren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
financer financieren

Palabras relacionadas con "financieren":


Wiktionary: financieren

financieren
verb
  1. voorzien van de benodigde geldmiddelen
financieren
verb
  1. finance|fr capitaliser un projet, une entreprise.

Cross Translation:
FromToVia
financieren financer bankroll — to fund a project
financieren financer finance — to obtain or provide funding for a transaction or undertaking
financieren financer fund — to pay for

financieren forma de financier:

financier [de ~ (m)] sustantivo

  1. de financier (geldschieter; geldgever)
    le financier; le commanditaire; le bailleur de fonds; le prêteur

Translation Matrix for financier:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bailleur de fonds financier; geldgever; geldschieter
commanditaire financier; geldgever; geldschieter belegger; geldgever; geldschieter; investeerder; kredietgever; leningverstrekker; suikeroom
financier financier; geldgever; geldschieter
prêteur financier; geldgever; geldschieter
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
financier financieel; financiële; geldelijk; geldelijke; monetair

Palabras relacionadas con "financier":