Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Traducir flexibel

Traducir flexibel de neerlandés a francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

flexibel:
- flexible; pétrissable; souple; transformable; élastique; maniable; malléable; avec souplesse
Wiktionary:
- flexibel → flexible
- flexibel → flexible, maléable, résistant

Neerlandés

Traducciones detalladas de flexibel de neerlandés a francés

flexibel:

flexibel adj.

flexibel (buigbaar; soepel)
flexible; pétrissable; souple; transformable; élastique; maniable; malléable
- flexible adj.
- pétrissable adj.
- souple adj.
- transformable adj.
- élastique adj.
- maniable adj.
- malléable adj.
flexibel (buigzaam; meegaand; soepel)
flexible; avec souplesse; souple; élastique; maniable
- flexible adj.
- avec souplesse adj.
- souple adj.
- élastique adj.
- maniable adj.

Translation Matrix for flexibel:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
élastique		elastiek; elastiekje; rubberen band
Adjective	Traducciones relacionadas	Other Translations
-	soepel
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
avec souplesse	buigzaam; flexibel; meegaand; soepel	lenig; soepel
flexible	buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel	buigzaam; elastisch; gedwee; kneedbaar; lenig; meegaand; onderworpen; rekbaar; soepel; veerkrachtig; verend; volgzaam; vormbaar; wendbaar
malléable	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; lenig; smeedbaar; soepel; vormbaar
maniable	buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel	bestuurbaar; eenvoudig te bedienen; gedwee; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; handzaam; hanteerbaar; kneedbaar; makkelijk in het gebruik; meegaand; onderworpen; tam; volgzaam; vormbaar; wendbaar
pétrissable	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; vormbaar
souple	buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel	gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lenig; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar; wendbaar
transformable	buigbaar; flexibel; soepel	kneedbaar; plastisch; vormbaar; vormgevend
élastique	buigbaar; buigzaam; flexibel; meegaand; soepel	elastisch; kneedbaar; rekbaar; veerkrachtig; verend; vormbaar

Palabras relacionadas con "flexibel":

flexibeler, flexibelere, flexibelst, flexibelste, flexibele

Sinónimos de "flexibel":

soepel

Antónimos de "flexibel":

stijf

Definiciones relacionadas de "flexibel":

je kunt het buigen en van vorm veranderen¹
- rubber is flexibel materiaal¹

Wiktionary: flexibel

flexibel

adjective

het vermogen hebbend gebogen te worden
- flexibel → flexible

Cross Translation:

From	To	Via
• flexibel	→ flexible; maléable	↔ flexible — capable or being adapted or molded
• flexibel	→ flexible	↔ flexible — easy and compliant
• flexibel	→ flexible; résistant	↔ resilient — able to weather tribulation without cracking
• flexibel	→ flexible	↔ flexibel — Technik: Eigenschaft von Körpern, sich leicht mechanisch verändern zu lassen

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios