Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. grazend:
  2. grazen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de grazend de neerlandés a francés

grazend:

grazend adj.

  1. grazend (weidend)

Translation Matrix for grazend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
herbivore herbivoor; planteneter
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
herbivore grazend; weidend grasetend
patûrant grazend; weidend
qui paît grazend; weidend

grazend forma de grazen:

grazen verbo (graas, graast, graasde, graasden, gegraasd)

  1. grazen (weiden; afgrazen; graseten)
    paître; manger de l'herbe
    • paître verbo (pais, paît, paissons, paissez, )

Conjugaciones de grazen:

o.t.t.
  1. graas
  2. graast
  3. graast
  4. grazen
  5. grazen
  6. grazen
o.v.t.
  1. graasde
  2. graasde
  3. graasde
  4. graasden
  5. graasden
  6. graasden
v.t.t.
  1. heb gegraasd
  2. hebt gegraasd
  3. heeft gegraasd
  4. hebben gegraasd
  5. hebben gegraasd
  6. hebben gegraasd
v.v.t.
  1. had gegraasd
  2. had gegraasd
  3. had gegraasd
  4. hadden gegraasd
  5. hadden gegraasd
  6. hadden gegraasd
o.t.t.t.
  1. zal grazen
  2. zult grazen
  3. zal grazen
  4. zullen grazen
  5. zullen grazen
  6. zullen grazen
o.v.t.t.
  1. zou grazen
  2. zou grazen
  3. zou grazen
  4. zouden grazen
  5. zouden grazen
  6. zouden grazen
en verder
  1. is gegraasd
  2. zijn gegraasd
diversen
  1. graas!
  2. graast!
  3. gegraasd
  4. grazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for grazen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
manger de l'herbe afgrazen; graseten; grazen; weiden gras eten
paître afgrazen; graseten; grazen; weiden

Wiktionary: grazen

grazen
verb
  1. het eten van gras en andere bodemvegetatie zoals bijvoorbeeld runderen dit doen

Cross Translation:
FromToVia
grazen paître; brouter graze — to eat grass from a pasture