Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. hij:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hij de neerlandés a francés

hij:

hij

  1. hij
    – derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp 1

Translation Matrix for hij:

PronounTraducciones relacionadasOther Translations
il hij
lui hij
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
lui hem

Definiciones relacionadas de "hij":

  1. derde persoon enkelvoud, mannelijk onderwerp1
    • dat is mijn vader, hij heet Jan1

Wiktionary: hij

hij
pronoun
  1. Nominatief mannelijk derde persoon enkelvoud nv.nom
    • hijil
hij
pronoun
  1. Personne, animal ou chose

Cross Translation:
FromToVia
hij il he — personal pronoun "he"
hij il; la; le; elle it — subject — inanimate thing

Traducciones relacionadas de hij