Neerlandés
Traducciones detalladas de hospes de neerlandés a francés
hospes:
-
de hospes (kamerverhuurder; huisbaas; huurbaas; huisheer)
le propriétaire; le concierge; le logeur; le gardien; le propriétaire foncier; le patron d'une pension
Translation Matrix for hospes:
Palabras relacionadas con "hospes":
Wiktionary: hospes
hospes
noun
-
een man die een of meer kamers in zijn eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal
- hospes → propriétaire
Traducciones automáticas externas: