Neerlandés
Traducciones detalladas de huisdeur de neerlandés a francés
huisdeur:
-
de huisdeur
Translation Matrix for huisdeur:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
accès | huisdeur | aanvallen; apoplexie; attaque; attaques; beroerte; beroertes; deur; entree; hersenbloeding; ingang; inlaat; inrit; oprijlaan; oprit; toegang; toegangen; treffer |
porte d'entrée | huisdeur | buitendeur; poort; straatdeur; toegangspoort; voordeur; vooringang |