Resumen
Neerlandés a francés: más información...
- ingeweekt:
- inweken:
-
Wiktionary:
- inweken → décrasser
Neerlandés
Traducciones detalladas de ingeweekt de neerlandés a francés
ingeweekt:
-
ingeweekt
Translation Matrix for ingeweekt:
| Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
| détrempé | ingeweekt | doorweekt |
| trempé | ingeweekt | bezweet; doornat; doorweekt; drijfnat; humide; kleddernat; kletsnat; met zweet bedekt; naar zweet ruikend; nat; poedelnat; vochtig; zeiknat; zweterig |
| trempé comme une soupe | ingeweekt | doornat; doorweekt; drijfnat; kleddernat; kletsnat; poedelnat; zeiknat |
ingeweekt forma de inweken:
-
inweken
détremper; faire tremper; faire macérer-
détremper verbo (détrempe, détrempes, détrempons, détrempez, détrempent, détrempais, détrempait, détrempions, détrempiez, détrempaient, détrempai, détrempas, détrempa, détrempâmes, détrempâtes, détrempèrent, détremperai, détremperas, détrempera, détremperons, détremperez, détremperont)
-
faire tremper verbo
-
faire macérer verbo
-
Conjugaciones de inweken:
o.t.t.
- week in
- weekt in
- weekt in
- weken in
- weken in
- weken in
o.v.t.
- weekte in
- weekte in
- weekte in
- weekten in
- weekten in
- weekten in
v.t.t.
- heb ingeweekt
- hebt ingeweekt
- heeft ingeweekt
- hebben ingeweekt
- hebben ingeweekt
- hebben ingeweekt
v.v.t.
- had ingeweekt
- had ingeweekt
- had ingeweekt
- hadden ingeweekt
- hadden ingeweekt
- hadden ingeweekt
o.t.t.t.
- zal inweken
- zult inweken
- zal inweken
- zullen inweken
- zullen inweken
- zullen inweken
o.v.t.t.
- zou inweken
- zou inweken
- zou inweken
- zouden inweken
- zouden inweken
- zouden inweken
en verder
- is ingeweekt
diversen
- week in!
- weekt in!
- ingeweekt
- inwekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inweken:
| Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
| trempage | inweken; weken | |
| Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
| détremper | inweken | |
| faire macérer | inweken | |
| faire tremper | inweken | in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken |