Resumen
Neerlandés a francés: más información...
- inzaaien:
-
Wiktionary:
- inzaaien → emblaver, ensemencer, semer
Neerlandés
Traducciones detalladas de inzaait de neerlandés a francés
inzaaien:
-
inzaaien (zaaien; bezaaien)
semer; saupoudrer; éparpiller; épandre-
semer verbo (sème, sèmes, semons, semez, sèment, semais, semait, semions, semiez, semaient, semai, semas, sema, semâmes, semâtes, semèrent, sèmerai, sèmeras, sèmera, sèmerons, sèmerez, sèmeront)
-
saupoudrer verbo (saupoudre, saupoudres, saupoudrons, saupoudrez, saupoudrent, saupoudrais, saupoudrait, saupoudrions, saupoudriez, saupoudraient, saupoudrai, saupoudras, saupoudra, saupoudrâmes, saupoudrâtes, saupoudrèrent, saupoudrerai, saupoudreras, saupoudrera, saupoudrerons, saupoudrerez, saupoudreront)
-
éparpiller verbo (éparpille, éparpilles, éparpillons, éparpillez, éparpillent, éparpillais, éparpillait, éparpillions, éparpilliez, éparpillaient, éparpillai, éparpillas, éparpilla, éparpillâmes, éparpillâtes, éparpillèrent, éparpillerai, éparpilleras, éparpillera, éparpillerons, éparpillerez, éparpilleront)
-
épandre verbo (épands, épand, épandons, épandez, épandent, épandais, épandait, épandions, épandiez, épandaient, épandis, épandit, épandîmes, épandîtes, épandirent, épandrai, épandras, épandra, épandrons, épandrez, épandront)
-
Conjugaciones de inzaaien:
o.t.t.
- zaai in
- zaait in
- zaait in
- zaaien in
- zaaien in
- zaaien in
o.v.t.
- zaaide in
- zaaide in
- zaaide in
- zaaiden in
- zaaiden in
- zaaiden in
v.t.t.
- heb ingezaaid
- hebt ingezaaid
- heeft ingezaaid
- hebben ingezaaid
- hebben ingezaaid
- hebben ingezaaid
v.v.t.
- had ingezaaid
- had ingezaaid
- had ingezaaid
- hadden ingezaaid
- hadden ingezaaid
- hadden ingezaaid
o.t.t.t.
- zal inzaaien
- zult inzaaien
- zal inzaaien
- zullen inzaaien
- zullen inzaaien
- zullen inzaaien
o.v.t.t.
- zou inzaaien
- zou inzaaien
- zou inzaaien
- zouden inzaaien
- zouden inzaaien
- zouden inzaaien
en verder
- is ingezaaid
diversen
- zaai in!
- zaait in!
- ingezaaid
- inzaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inzaaien:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
saupoudrer | bezaaien; inzaaien; zaaien | bestrooien; bezaaien |
semer | bezaaien; inzaaien; zaaien | uitstrooien; uitzaaien |
épandre | bezaaien; inzaaien; zaaien | rondstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdeler; vergieten; verspreiden; verstrooien; waaieren; zich verspreiden |
éparpiller | bezaaien; inzaaien; zaaien | ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; uitdelen; uiteenspreiden; uitreiken; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; verspreiden; verstrooien; waaieren; zich verspreiden |