Neerlandés

Traducciones detalladas de kaakje de neerlandés a francés

kaakje:

kaakje [het ~] sustantivo

  1. het kaakje (biscuitje; koekje; biscuit; koek)
    le biscuit; le gâteau sec; la biscotte
  2. het kaakje (kleine kaak; biskwietje)
    le biscuit; le petit gâteau sec; le gâteau sec; le petit biscuit

Translation Matrix for kaakje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
biscotte biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje beschuit
biscuit biscuit; biscuitje; biskwietje; kaakje; kleine kaak; koek; koekje kaak; scheepsbeschuit
gâteau sec biscuit; biscuitje; biskwietje; kaakje; kleine kaak; koek; koekje
petit biscuit biskwietje; kaakje; kleine kaak
petit gâteau sec biskwietje; kaakje; kleine kaak

Palabras relacionadas con "kaakje":


kaak:

kaak [de ~] sustantivo

  1. de kaak (schandpaal)
    le pilori
  2. de kaak (scheepsbeschuit)
    le biscuit

Translation Matrix for kaak:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
biscuit kaak; scheepsbeschuit biscuit; biscuitje; biskwietje; kaakje; kleine kaak; koek; koekje
pilori kaak; schandpaal

Palabras relacionadas con "kaak":


Definiciones relacionadas de "kaak":

  1. bot waar je tanden en kiezen in zitten1
    • hij kreeg bij het vechten een klap tegen zijn kaak1

Wiktionary: kaak

kaak
noun
  1. het beendergestel dat de mondholte omsluit en waarin de tanden en kiezen geplaatst zijn
kaak
noun
  1. Partie du visage
  2. chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser.
  3. roue, poteau ou pilier sur lequel on attachait un condamné pour l’exposer en public au mépris de tous.

Cross Translation:
FromToVia
kaak mâchoire; mâchoire inférieure; mâchoire supérieure jaw — bone of the jaw