Neerlandés
Traducciones detalladas de kleinhakken de neerlandés a francés
kleinhakken:
-
kleinhakken (fijnhakken; hakken)
hacher; hacher menu; hacher fin-
hacher verbo (hache, haches, hachons, hachez, hachent, hachais, hachait, hachions, hachiez, hachaient, hachai, hachas, hacha, hachâmes, hachâtes, hachèrent, hacherai, hacheras, hachera, hacherons, hacherez, hacheront)
-
hacher menu verbo
-
hacher fin verbo
-
Conjugaciones de kleinhakken:
o.t.t.
- hak klein
- hakt klein
- hakt klein
- hakken klein
- hakken klein
- hakken klein
o.v.t.
- hakte klein
- hakte klein
- hakte klein
- hakten klein
- hakten klein
- hakten klein
v.t.t.
- heb klein gehakt
- hebt klein gehakt
- heeft klein gehakt
- hebben klein gehakt
- hebben klein gehakt
- hebben klein gehakt
v.v.t.
- had klein gehakt
- had klein gehakt
- had klein gehakt
- hadden klein gehakt
- hadden klein gehakt
- hadden klein gehakt
o.t.t.t.
- zal kleinhakken
- zult kleinhakken
- zal kleinhakken
- zullen kleinhakken
- zullen kleinhakken
- zullen kleinhakken
o.v.t.t.
- zou kleinhakken
- zou kleinhakken
- zou kleinhakken
- zouden kleinhakken
- zouden kleinhakken
- zouden kleinhakken
en verder
- is klein gehakt
diversen
- hak klein!
- hakt klein!
- klein gehakt
- klein hakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kleinhakken:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
hacher | fijnhakken; hakken; kleinhakken | klieven; kloven; splijten; splitsen; uiteensplijten |
hacher fin | fijnhakken; hakken; kleinhakken | |
hacher menu | fijnhakken; hakken; kleinhakken | stukhakken |