Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. knibbelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de knibbelen de neerlandés a francés

knibbelen:

knibbelen verbo (knibbel, knibbelt, knibbelde, knibbelden, geknibbeld)

  1. knibbelen (beknibbelen; schrapen; knijpen)
    marchander; gratter; rogner; rogner sur; lésiner sur
    • marchander verbo (marchande, marchandes, marchandons, marchandez, )
    • gratter verbo (gratte, grattes, grattons, grattez, )
    • rogner verbo (rogne, rognes, rognons, rognez, )
    • rogner sur verbo
    • lésiner sur verbo

Conjugaciones de knibbelen:

o.t.t.
  1. knibbel
  2. knibbelt
  3. knibbelt
  4. knibbelen
  5. knibbelen
  6. knibbelen
o.v.t.
  1. knibbelde
  2. knibbelde
  3. knibbelde
  4. knibbelden
  5. knibbelden
  6. knibbelden
v.t.t.
  1. heb geknibbeld
  2. hebt geknibbeld
  3. heeft geknibbeld
  4. hebben geknibbeld
  5. hebben geknibbeld
  6. hebben geknibbeld
v.v.t.
  1. had geknibbeld
  2. had geknibbeld
  3. had geknibbeld
  4. hadden geknibbeld
  5. hadden geknibbeld
  6. hadden geknibbeld
o.t.t.t.
  1. zal knibbelen
  2. zult knibbelen
  3. zal knibbelen
  4. zullen knibbelen
  5. zullen knibbelen
  6. zullen knibbelen
o.v.t.t.
  1. zou knibbelen
  2. zou knibbelen
  3. zou knibbelen
  4. zouden knibbelen
  5. zouden knibbelen
  6. zouden knibbelen
diversen
  1. knibbel!
  2. knibbelt!
  3. geknibbeld
  4. knibbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for knibbelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
gratter beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen afkrabben; afschrappen; krassen; schrapen; schrappen; wegkrabben; zich krabben
lésiner sur beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen
marchander beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren
rogner beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen bijknippen; bijsnijden; een beetje knippen; knellen; strak zitten
rogner sur beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen