Neerlandés

Traducciones detalladas de natuurlijkheid de neerlandés a francés

natuurlijkheid:


natuurlijkheid forma de natuurlijk:

natuurlijk adj.

  1. natuurlijk (uiteraard; vanzelfsprekend; zonder twijfel; )
  2. natuurlijk (ongekunsteld; ongedwongen)
  3. natuurlijk (ongekunsteld; eenvoudig)
  4. natuurlijk (van nature aanwezig; aangeboren; eigen)

Translation Matrix for natuurlijk:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
naturel eenvoud; naturel; natuurlijkheid; ongedwongenheid; ongekunsteldheid
simple enkelspel
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
libre natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld beschikbaar; brutaal; disponibel; in een handomdraai; in vrijheid; loos; moeiteloos; niet beschroomd; onbelemmerd; onbeschroomd; ongehuwd; ontvankelijk; openstaand; stoutmoedig; vacant; vanzelf; vatbaar; vrij; vrijmoedig; vrijpostig; zonder moeite; zonder taak
- echt; heus; vanzelfsprekend; werkelijk
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
- uiteraard; vanzelf
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
- waar
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
cependant doch
pourtant doch
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
bien entendu 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel jazeker; waarlijk; welteverstaan; zeker
bien sûr 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel welja; zondermeer
cela va de soi 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
cependant 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel alvast; desalniettemin; desondanks; doch; echter; evengoed; evenwel; in de tussentijd; inmiddels; intussen; maar; mede; mee; niettegenstaande; niettemin; nochtans; onderhand; ondertussen; onderwijl; toch
certainement 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel absoluut; bepaald wel; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; jazeker; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; reëel; ronduit; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
certes 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel beslist; daadwerkelijk; feitelijk; geheid; gewis; heus; jazeker; metterdaad; ongetwijfeld; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
d'ailleurs 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel apropos; behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; overigens; trouwens; à propos
de toute façon 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel desalniettemin; desondanks; evengoed; hoe dan ook; niettegenstaande; sowieso; toch
de toute évidence 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel bemerkbaar; blijkbaar; duidelijk; helder; herkenbaar; hoorbaar; klaar als een klontje; merkbaar; overduidelijk; tastbaar; te zien; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
décontracté natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld in het voorbijgaan; informeel; losjes; terloops; voorlopig; vrijblijvend
dégagé natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld onbelemmerd
détendu natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld bevrijd; gered; verlost
effectivement 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel absoluut; beslist; daadwerkelijk; echt; effectief; heus; inderdaad; jawel; jazeker; metterdaad; reëel; ronduit; stellig; voorwaar; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; werkelijk; zeker
en effet 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel daadwerkelijk; echt; effectief; heus; inderdaad; jawel; jazeker; metterdaad; namelijk; reëel; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk
forcément 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel daadwerkelijk; metterdaad; per se
ingénu natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld argeloos; eenvoudig; gemakkelijk; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; licht; makkelijk; naïef; niet moeilijk; onschuldig; schuldeloos; schuldloos; simpel
inné aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig aangeboren; ingeboren; inheemse; inlandse
naturel 'tuurlijk; aangeboren; allicht; bijgevolg; dus; eenvoudig; eigen; logisch; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel aangeboren; autochtoon; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; ingeboren; inheems; inlands; koel; koud; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongecompliceerd; ongeopend; simpel; vanzelf; zonder moeite
naturellement 'tuurlijk; aangeboren; allicht; bijgevolg; dus; eigen; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel aangeboren; in een handomdraai; ingeboren; moeiteloos; natuurlijk!; vanzelf; vanzelf!; zonder moeite
naïf natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld als een kind; argeloos; eenvoudig; gemakkelijk; goedgelovig; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; licht; lichtgelovig; makkelijk; naief; naïef; niet moeilijk; onnozel; overdreven kinderachtig; simpel
ordinaire eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld alledaags; alledaagse; bedriegelijk; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; nederig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; normaal; onecht; onedel; ongecompliceerd; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; van eenvoudige komaf; vulgair
pourtant 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel doch; echter; maar; mede; mee; niettemin; nochtans
pur natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld brandschoon; echt; gaaf; gekuist; gewoonweg; klare; klinkklaar; koel; koud; kuis; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbevlekt; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; onvervalst; onverzwakt; pure; puur; rechttoe; rein; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
quand même 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel inderdaad; jawel; jazeker
relaxé natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
relâché natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld bevrijd; gered; krukkig; loshangend; onbeholpen; onhandig; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlost; vrij hangend; vrijgegeven
sans affectation eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
sans apprêt eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
sans art natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
sans artifice natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld argeloos; naïef
sans aucun doute 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel absoluut; daadwerkelijk; metterdaad; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
sans contrainte 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel in een handomdraai; in het voorbijgaan; informeel; losjes; moeiteloos; onverplicht; spontaan; terloops; uit vrije wil; vanzelf; voorlopig; vrijblijvend; vrijwillig; zonder moeite
sans doute 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
sans fard eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld cru; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan
sans prétention eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; simpel
sans recherche eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
simple eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld eenvoudig; enkel; gemakkelijk; in een handomdraai; ingetogen; licht; makkelijk; matig; moeiteloos; niet moeilijk; ongecompliceerd; onversierd; simpel; sober; stemmig; vanzelf; zonder moeite
simplement eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld bot; eenvoudig; eenvoudigweg; gemakkelijk; gewoonweg; gladweg; in een handomdraai; klinkklaar; kortaf; kortweg; licht; makkelijk; moeiteloos; niet donker; niet moeilijk; ongecompliceerd; puur; regelrecht; ronduit; simpel; simpelweg; vanzelf; zonder moeite; zonder omhaal
sobre eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld berooid; eenvoudig; gemakkelijk; ingetogen; karig; licht; mager; makkelijk; matig; niet beschonken; niet moeilijk; nuchter; ongecompliceerd; pover; schraal; simpel; sober; stemmig; stemmingsvol
spontané natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld koel; koud; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend
tout de même 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel daadwerkelijk; desondanks; doch; echter; evenwel; inderdaad; jawel; jazeker; maar; metterdaad; niettemin; nochtans; toch; voorwaar
élémentaire eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld basis; eenvoudig; elementair; essentieel; fundamenteel; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet donker; niet moeilijk; noodzakelijk; ongecompliceerd; onmisbaar; onontbeerlijk; simpel; vanzelf; wezenlijk; zonder moeite
évidemment 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel bemerkbaar; daadwerkelijk; frappant; geprononceerd; herkenbaar; hoorbaar; in het oog lopend; in het oog springend; markant; merkbaar; metterdaad; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tastbaar; te zien; treffend; uitgesproken; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
évident 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; apert; automatisch; begrijpelijk; bemerkbaar; direct; duidelijk; eenduidig; flagrant; frappant; geprononceerd; helder; herkenbaar; hoorbaar; in het oog lopend; in het oog springend; klaar als een klontje; klaarblijkelijk; klare; markant; merkbaar; ondubbelzinnig; onknap; onmiskenbaar; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; saillant; tastbaar; te zien; treffend; uitgesproken; vanzelfsprekend; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar

Palabras relacionadas con "natuurlijk":

  • natuurlijkheid, natuurlijker, natuurlijkere, natuurlijkst, natuurlijkste, natuurlijke

Sinónimos de "natuurlijk":


Antónimos de "natuurlijk":


Definiciones relacionadas de "natuurlijk":

  1. precies als in de werkelijkheid1
    • zij speelt die rol heel natuurlijk1
  2. alles wat te maken heeft met de natuur1
    • ik hou van een natuurlijke versiering met de kerst1
  3. wat iedereen zo begrijpt1
    • Jan heeft natuurlijk weer een 10 voor dat proefwerk1

Wiktionary: natuurlijk

natuurlijk
adjective
  1. uit de natuur afkomstig
natuurlijk
Cross Translation:
FromToVia
natuurlijk naturel natural — relating to nature
natuurlijk naturel natural — without additives
natuurlijk naturellement naturally — in a natural manner
natuurlijk bien sûr; naturellement; bien entendu of course — naturally
natuurlijk certainement; bien sûr gewissadverbial: bestimmt, unbedingt, mit Sicherheit
natuurlijk naturel natürlich — nicht entfremdet, dem Naturell entsprechend, sich auf das Naturell beziehend, naturgetreu
natuurlijk naturel natürlichohne Steigerung: sich auf die Natur beziehend, naturgemäß, in der Natur vorkommend
natuurlijk naturel natürlich — im Sinne von selbstverständlich, klar
natuurlijk naturel natürlichohne Steigerung: dem Gesetz der Natur entsprechend
natuurlijk naturel natürlich — im Sinne von einfach, ungezwungen
natuurlijk évident; bien entendu selbstverständlich — ohne Weiteres verständlich, sich aus dem Zusammenhang ergebend