Neerlandés
Traducciones detalladas de omheenrijden de neerlandés a francés
omheenrijden:
omheenrijden verbo (rijd er omheen, rijdt er omheen, reed er omheen, reden er omheen, er omheengereden)
-
omheenrijden
entourer; encercler-
entourer verbo (entoure, entoures, entourons, entourez, entourent, entourais, entourait, entourions, entouriez, entouraient, entourai, entouras, entoura, entourâmes, entourâtes, entourèrent, entourerai, entoureras, entourera, entourerons, entourerez, entoureront)
-
encercler verbo (encercle, encercles, encerclons, encerclez, encerclent, encerclais, encerclait, encerclions, encercliez, encerclaient, encerclai, encerclas, encercla, encerclâmes, encerclâtes, encerclèrent, encerclerai, encercleras, encerclera, encerclerons, encerclerez, encercleront)
-
Conjugaciones de omheenrijden:
o.t.t.
- rijd er omheen
- rijdt er omheen
- rijdt er omheen
- rijden er omheen
- rijden er omheen
- rijden er omheen
o.v.t.
- reed er omheen
- reed er omheen
- reed er omheen
- reden er omheen
- reden er omheen
- reden er omheen
v.t.t.
- ben er omheengereden
- bent er omheengereden
- is er omheengereden
- zijn er omheengereden
- zijn er omheengereden
- zijn er omheengereden
v.v.t.
- was er omheengereden
- was er omheengereden
- was er omheengereden
- waren er omheengereden
- waren er omheengereden
- waren er omheengereden
o.t.t.t.
- zal omheenrijden
- zult omheenrijden
- zal omheenrijden
- zullen omheenrijden
- zullen omheenrijden
- zullen omheenrijden
o.v.t.t.
- zou omheenrijden
- zou omheenrijden
- zou omheenrijden
- zouden omheenrijden
- zouden omheenrijden
- zouden omheenrijden
diversen
- rijd er omheen!
- rijdt er omheen!
- er omheengereden
- er omheenrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omheenrijden:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
encercler | omheenrijden | draaien om; een cirkel tekenen om; insluiten; omcirkelen; omsingelen; omsluiten |
entourer | omheenrijden | afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; beknotten; beperken; draaien om; een cirkel tekenen om; insluiten; omboorden; omcirkelen; omgeven; omleiden; omlijnen; omringen; omsingelen; omsluiten; omtrekken |