Neerlandés
Traducciones detalladas de omhoog komen de neerlandés a francés
omhoog komen:
-
omhoog komen (omhoogstijgen; stijgen; rijzen; omhoog rijzen; aanwassen)
augmenter; lever; prendre de la hauteur; grandir; croître; grossir; s'élever; s'agrandir; s'amplifier-
augmenter verbo (augmente, augmentes, augmentons, augmentez, augmentent, augmentais, augmentait, augmentions, augmentiez, augmentaient, augmentai, augmentas, augmenta, augmentâmes, augmentâtes, augmentèrent, augmenterai, augmenteras, augmentera, augmenterons, augmenterez, augmenteront)
-
lever verbo (lève, lèves, levons, levez, lèvent, levais, levait, levions, leviez, levaient, levai, levas, leva, levâmes, levâtes, levèrent, lèverai, lèveras, lèvera, lèverons, lèverez, lèveront)
-
prendre de la hauteur verbo
-
grandir verbo (grandis, grandit, grandissons, grandissez, grandissent, grandissais, grandissait, grandissions, grandissiez, grandissaient, grandîmes, grandîtes, grandirent, grandirai, grandiras, grandira, grandirons, grandirez, grandiront)
-
croître verbo (croîs, croît, croissons, croissez, croissent, croissais, croissions, croissiez, croissaient, crûs, crût, crûmes, crûtes, crûrent, croîtrai, croîtras, croîtra, croîtrons, croîtrez, croîtront)
-
grossir verbo (grossis, grossit, grossissons, grossissez, grossissent, grossissais, grossissait, grossissions, grossissiez, grossissaient, grossîmes, grossîtes, grossirent, grossirai, grossiras, grossira, grossirons, grossirez, grossiront)
-
s'élever verbo
-
s'agrandir verbo
-
s'amplifier verbo
-
Conjugaciones de omhoog komen:
o.t.t.
- kom omhoog
- komt omhoog
- komt omhoog
- komen omhoog
- komen omhoog
- komen omhoog
o.v.t.
- kwam omhoog
- kwam omhoog
- kwam omhoog
- kwamen omhoog
- kwamen omhoog
- kwamen omhoog
v.t.t.
- ben omhooggekomen
- bent omhooggekomen
- is omhooggekomen
- zijn omhooggekomen
- zijn omhooggekomen
- zijn omhooggekomen
v.v.t.
- was omhooggekomen
- was omhooggekomen
- was omhooggekomen
- waren omhooggekomen
- waren omhooggekomen
- waren omhooggekomen
o.t.t.t.
- zal omhoog komen
- zult omhoog komen
- zal omhoog komen
- zullen omhoog komen
- zullen omhoog komen
- zullen omhoog komen
o.v.t.t.
- zou omhoog komen
- zou omhoog komen
- zou omhoog komen
- zouden omhoog komen
- zouden omhoog komen
- zouden omhoog komen
diversen
- kom omhoog!
- komt omhoog!
- omhooggekomen
- omhoogkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze