Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. opgelaten:
  2. oplaten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opgelaten de neerlandés a francés

opgelaten:

opgelaten adj.

  1. opgelaten (ongemakkelijk)

Translation Matrix for opgelaten:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
embarrassé ongemakkelijk; opgelaten bedeesd; beschaamd; beschroomd; bleu; gegeneerd; krukkig; onbeholpen; onhandig; schroomvallig; schuchter; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; timide; verlegen

oplaten:

oplaten verbo (laat op, liet op, lieten op, opgelaten)

  1. oplaten (laten opstijgen)
    lancer; laisser décoller
    • lancer verbo (lance, lances, lançons, lancez, )

Conjugaciones de oplaten:

o.t.t.
  1. laat op
  2. laat op
  3. laat op
  4. laten op
  5. laten op
  6. laten op
o.v.t.
  1. liet op
  2. liet op
  3. liet op
  4. lieten op
  5. lieten op
  6. lieten op
v.t.t.
  1. heb opgelaten
  2. hebt opgelaten
  3. heeft opgelaten
  4. hebben opgelaten
  5. hebben opgelaten
  6. hebben opgelaten
v.v.t.
  1. had opgelaten
  2. had opgelaten
  3. had opgelaten
  4. hadden opgelaten
  5. hadden opgelaten
  6. hadden opgelaten
o.t.t.t.
  1. zal oplaten
  2. zult oplaten
  3. zal oplaten
  4. zullen oplaten
  5. zullen oplaten
  6. zullen oplaten
o.v.t.t.
  1. zou oplaten
  2. zou oplaten
  3. zou oplaten
  4. zouden oplaten
  5. zouden oplaten
  6. zouden oplaten
diversen
  1. laat op!
  2. laat op!
  3. opgelaten
  4. oplatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for oplaten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
lancer omhoog werpen; opwerpen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
laisser décoller laten opstijgen; oplaten
lancer laten opstijgen; oplaten aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; arrangeren; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; iets op touw zetten; ingooien; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhooggooien; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; opgooien; ophoesten; opperen; opwerpen; poneren; regelen; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen