Neerlandés

Traducciones detalladas de proberen de neerlandés a francés

proberen:

proberen verbo (probeer, probeert, probeerde, probeerden, geprobeerd)

  1. proberen (pogen; trachten)
    essayer; tenter; essayer de; tâcher; chercher à; s'efforcer
    • essayer verbo (essaie, essaies, essayons, essayez, )
    • tenter verbo (tente, tentes, tentons, tentez, )
    • essayer de verbo
    • tâcher verbo (tâche, tâches, tâchons, tâchez, )
    • chercher à verbo
    • s'efforcer verbo
  2. proberen (betrachten)
    essayer; tenter
    • essayer verbo (essaie, essaies, essayons, essayez, )
    • tenter verbo (tente, tentes, tentons, tentez, )
  3. proberen (uitproberen; beproeven)
    essayer; tester; éprouver; soumettre à un test
    • essayer verbo (essaie, essaies, essayons, essayez, )
    • tester verbo (teste, testes, testons, testez, )
    • éprouver verbo (éprouve, éprouves, éprouvons, éprouvez, )
  4. proberen (proeven; keuren)
    goûter; déguster
    • goûter verbo (goûte, goûtes, goûtons, goûtez, )
    • déguster verbo (déguste, dégustes, dégustons, dégustez, )
  5. proberen (aanproberen; passen)
    essayer; essayer la taille
    • essayer verbo (essaie, essaies, essayons, essayez, )

Conjugaciones de proberen:

o.t.t.
  1. probeer
  2. probeert
  3. probeert
  4. proberen
  5. proberen
  6. proberen
o.v.t.
  1. probeerde
  2. probeerde
  3. probeerde
  4. probeerden
  5. probeerden
  6. probeerden
v.t.t.
  1. heb geprobeerd
  2. hebt geprobeerd
  3. heeft geprobeerd
  4. hebben geprobeerd
  5. hebben geprobeerd
  6. hebben geprobeerd
v.v.t.
  1. had geprobeerd
  2. had geprobeerd
  3. had geprobeerd
  4. hadden geprobeerd
  5. hadden geprobeerd
  6. hadden geprobeerd
o.t.t.t.
  1. zal proberen
  2. zult proberen
  3. zal proberen
  4. zullen proberen
  5. zullen proberen
  6. zullen proberen
o.v.t.t.
  1. zou proberen
  2. zou proberen
  3. zou proberen
  4. zouden proberen
  5. zouden proberen
  6. zouden proberen
diversen
  1. probeer!
  2. probeert!
  3. geprobeerd
  4. proberend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

proberen [znw.] sustantivo

  1. proberen (trachten)
    la tentative; l'effort; l'essai

Translation Matrix for proberen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
effort proberen; trachten doel; doeleinde; fysieke inspanning; inspanning; inzet; krachtsinspanning; krachttoer; poging; streven
essai proberen; trachten aanslag; eindscriptie; essay; experiment; impact; inspanning; opstel; poging; probeersel; proef; proefdraaien; proefneming; proefrit; scriptie; verhandeling; verslag; werkstuk
goûter theevisite
tentative proberen; trachten aanslag; doel; doeleinde; experiment; impact; inspanning; inzet; poging; proef; proefneming; streven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
chercher à pogen; proberen; trachten
déguster keuren; proberen; proeven bikken; bunkeren; consumeren; eten; gebruiken; kluiven; knauwen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; proeven; schransen; schrokken; smaken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; voorproeven; vreten; zitten proppen
essayer aanproberen; beproeven; betrachten; passen; pogen; proberen; trachten; uitproberen aanpassen; beproeven; keuren; onderzoeken; op proef aantrekken; passen; testen
essayer de pogen; proberen; trachten
essayer la taille aanproberen; passen; proberen
goûter keuren; proberen; proeven bikken; bunkeren; consumeren; eten; kluiven; knauwen; laven; lenigen; lessen; naar binnen werken; nuttigen; opeten; proeven; schransen; schrokken; smaken; snoepen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; voorproeven; vreten; zitten proppen
s'efforcer pogen; proberen; trachten gericht werpen; ijveren; inspannen; mikken; moeite geven; streven
soumettre à un test beproeven; proberen; uitproberen beproeven; controleren; examineren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
tenter betrachten; pogen; proberen; trachten aanlokken; in verzoeking brengen; lokken; meelokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
tester beproeven; proberen; uitproberen beproeven; controleren; examineren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; overhoren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
tâcher pogen; proberen; trachten
éprouver beproeven; proberen; uitproberen aanvoelen; beleven; beproeven; doormaken; ervaren; ervaren als; experimenteren; gewaarworden; horen; keuren; lijden; ondervinden; onderzoeken; op de proef stellen; te horen krijgen; testen; vernemen; voelen; voorvoelen
- pogen; trachten

Sinónimos de "proberen":


Definiciones relacionadas de "proberen":

  1. er je best voor doen1
    • hij probeerde het touw los te maken1
  2. er een proef mee doen, het testen1
    • wil je deze pen proberen?1

Wiktionary: proberen

proberen
verb
  1. (overgankelijk) testen.
proberen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
proberen essayer; tenter attempt — to try
proberen tenter; efforcer endeavor — attempt through application of effort
proberen essayer; tâcher; tenter try — to attempt
proberen essayer; tâcher; tenter try — to make an experiment
proberen → s'efforcer try — to work on something

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de proberen