Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. resumeren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de resumeren de neerlandés a francés

resumeren:

resumeren verbo (resumeer, resumeert, resumeerde, resumeerden, geresumeerd)

  1. resumeren
    récapituler; résumer
    • récapituler verbo (récapitule, récapitules, récapitulons, récapitulez, )
    • résumer verbo (résume, résumes, résumons, résumez, )

Conjugaciones de resumeren:

o.t.t.
  1. resumeer
  2. resumeert
  3. resumeert
  4. resumeren
  5. resumeren
  6. resumeren
o.v.t.
  1. resumeerde
  2. resumeerde
  3. resumeerde
  4. resumeerden
  5. resumeerden
  6. resumeerden
v.t.t.
  1. heb geresumeerd
  2. hebt geresumeerd
  3. heeft geresumeerd
  4. hebben geresumeerd
  5. hebben geresumeerd
  6. hebben geresumeerd
v.v.t.
  1. had geresumeerd
  2. had geresumeerd
  3. had geresumeerd
  4. hadden geresumeerd
  5. hadden geresumeerd
  6. hadden geresumeerd
o.t.t.t.
  1. zal resumeren
  2. zult resumeren
  3. zal resumeren
  4. zullen resumeren
  5. zullen resumeren
  6. zullen resumeren
o.v.t.t.
  1. zou resumeren
  2. zou resumeren
  3. zou resumeren
  4. zouden resumeren
  5. zouden resumeren
  6. zouden resumeren
diversen
  1. resumeer!
  2. resumeert!
  3. geresumeerd
  4. resumerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for resumeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
récapituler resumeren kort samenvatten; recapituleren; samenvatten
résumer resumeren afkorten; de draad weer oppakken; hernemen; hervatten; inkorten; kort samenvatten; kort weergeven; korten; recapituleren; samenvatten

Wiktionary: resumeren