Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. samenschikken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de samenschikken de neerlandés a francés

samenschikken:

samenschikken verbo (schik samen, schikt samen, schikte samen, schikten samen, samengeschikt)

  1. samenschikken

Conjugaciones de samenschikken:

o.t.t.
  1. schik samen
  2. schikt samen
  3. schikt samen
  4. schikken samen
  5. schikken samen
  6. schikken samen
o.v.t.
  1. schikte samen
  2. schikte samen
  3. schikte samen
  4. schikten samen
  5. schikten samen
  6. schikten samen
v.t.t.
  1. heb samengeschikt
  2. hebt samengeschikt
  3. heeft samengeschikt
  4. hebben samengeschikt
  5. hebben samengeschikt
  6. hebben samengeschikt
v.v.t.
  1. had samengeschikt
  2. had samengeschikt
  3. had samengeschikt
  4. hadden samengeschikt
  5. hadden samengeschikt
  6. hadden samengeschikt
o.t.t.t.
  1. zal samenschikken
  2. zult samenschikken
  3. zal samenschikken
  4. zullen samenschikken
  5. zullen samenschikken
  6. zullen samenschikken
o.v.t.t.
  1. zou samenschikken
  2. zou samenschikken
  3. zou samenschikken
  4. zouden samenschikken
  5. zouden samenschikken
  6. zouden samenschikken
en verder
  1. is samengeschikt
  2. zijn samengeschikt
diversen
  1. schik samen!
  2. schikt samen!
  3. samengeschikt
  4. samenschikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for samenschikken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
mettre ensemble samenschikken bij elkaar leggen; bijeen plaatsen; bijeen zetten; naast elkaar plaatsen; samenplaatsen

Traducciones automáticas externas: