Neerlandés
Traducciones detalladas de stuiven de neerlandés a francés
stuiven:
-
stuiven
voler; poudroyer; soulever la poussière; s'envoler en poussière-
voler verbo (vole, voles, volons, volez, volent, volais, volait, volions, voliez, volaient, volai, volas, vola, volâmes, volâtes, volèrent, volerai, voleras, volera, volerons, volerez, voleront)
-
poudroyer verbo (poudroie, poudroies, poudroyons, poudroyez, poudroient, poudroyais, poudroyait, poudroyions, poudroyiez, poudroyaient, poudroyai, poudroyas, poudroya, poudroyâmes, poudroyâtes, poudroyèrent, poudroierai, poudroieras, poudroiera, poudroierons, poudroierez, poudroieront)
-
soulever la poussière verbo
-
s'envoler en poussière verbo
-
Conjugaciones de stuiven:
o.t.t.
- stuif
- stuift
- stuift
- stuiven
- stuiven
- stuiven
o.v.t.
- stoof
- stoof
- stoof
- stoven
- stoven
- stoven
v.t.t.
- heb gestoven
- hebt gestoven
- heeft gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
v.v.t.
- had gestoven
- had gestoven
- had gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
o.t.t.t.
- zal stuiven
- zult stuiven
- zal stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
o.v.t.t.
- zou stuiven
- zou stuiven
- zou stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
en verder
- ben gestoven
- bent gestoven
- is gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
diversen
- stuif!
- stuift!
- gestoven
- stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stuiven:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
poudroyer | stuiven | |
s'envoler en poussière | stuiven | |
soulever la poussière | stuiven | |
voler | stuiven | achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; beroven; beroven van; bestelen; depriveren; fladderen; gappen; hangen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; navigeren; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; per vliegtuig reizen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vliegen; vliegtuig besturen; wapperen; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zweven |