Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
court
|
|
tennisbaan; tennisveld
|
familier
|
|
gast; habitué; stamgast; vaste klant
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
bref
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
beknopt; bondig; eenvoudigweg; in het kort; kernachtig; kort; kortaf; kortom; kortweg; korzelig; minimaal; raak; samengevat; snauwend; summier; wrevelig; zonder omhaal
|
court
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
beknopt; kortaf; korzelig; snauwend; summier; wrevelig
|
de côté
|
terloops; terzijde
|
|
décontracté
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
informeel; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; voorlopig; vrijblijvend
|
en aparté
|
terloops; terzijde
|
naar opzij; zijwaarts
|
en courant
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
lopend
|
en passant
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops; terzijde
|
|
entre la poire et le fromage
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
|
familier
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; informeel; knus; knusjes; lekker; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
|
fugace
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand
|
incidemment
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
|
négligemment
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; nalatig; onachtzaam; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
|
rapidement
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
aanstonds; direct; flitsend; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; snel; terstond; vlot; vluchtelings; vlug
|
sans contrainte
|
in het voorbijgaan; losjes; terloops
|
'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; in een handomdraai; informeel; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; onverplicht; spontaan; uit vrije wil; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; voorlopig; vrijblijvend; vrijwillig; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
|
superficiel
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
ondiep; oppervlakkig; vluchtelings; zonder diepgang
|
superficielle
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
|
superficiellement
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
vluchtelings
|
transitoire
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
de komende tijd; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; voorlopig
|
à côté
|
terloops; terzijde
|
aangrenzend; aanpalend; behalve dat; belendend; bovendien; daarbij; daarenboven; dichtbij; ernaast; fout; foutief; hiernaast; in de buurt; mis; naar opzij; naast dit; nabij; nabijgelegen; naburig; omliggend; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd; vlakbij; zijwaarts
|
à la hâte
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; in allerijl; inderhaast; jachtig; vliegensvlug; vluchtelings
|
éphémère
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand
|
évanescent
|
haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
|
|