Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. terugwijzend:
  2. terugwijzen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de terugwijzend de neerlandés a francés

terugwijzend:

terugwijzend adj.

  1. terugwijzend (afwijzend; verwerpen; weigerachtig)

Translation Matrix for terugwijzend:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
refusant afwijzend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig
rejetant afwijzend; terugwijzend; verwerpen; weigerachtig

terugwijzen:

terugwijzen verbo (wijs terug, wijst terug, wees terug, wezen terug, teruggewezen)

  1. terugwijzen (wegstemmen; verwerpen; afwijzen; )
    rejeter; blackbouler; renvoyer par un vote; repousser; mettre en minorité
    • rejeter verbo (rejette, rejettes, rejetons, rejetez, )
    • blackbouler verbo
    • repousser verbo (repousse, repousses, repoussons, repoussez, )

Conjugaciones de terugwijzen:

o.t.t.
  1. wijs terug
  2. wijst terug
  3. wijst terug
  4. wijzen terug
  5. wijzen terug
  6. wijzen terug
o.v.t.
  1. wees terug
  2. wees terug
  3. wees terug
  4. wezen terug
  5. wezen terug
  6. wezen terug
v.t.t.
  1. heb teruggewezen
  2. hebt teruggewezen
  3. heeft teruggewezen
  4. hebben teruggewezen
  5. hebben teruggewezen
  6. hebben teruggewezen
v.v.t.
  1. had teruggewezen
  2. had teruggewezen
  3. had teruggewezen
  4. hadden teruggewezen
  5. hadden teruggewezen
  6. hadden teruggewezen
o.t.t.t.
  1. zal terugwijzen
  2. zult terugwijzen
  3. zal terugwijzen
  4. zullen terugwijzen
  5. zullen terugwijzen
  6. zullen terugwijzen
o.v.t.t.
  1. zou terugwijzen
  2. zou terugwijzen
  3. zou terugwijzen
  4. zouden terugwijzen
  5. zouden terugwijzen
  6. zouden terugwijzen
en verder
  1. ben teruggewezen
  2. bent teruggewezen
  3. is teruggewezen
  4. zijn teruggewezen
  5. zijn teruggewezen
  6. zijn teruggewezen
diversen
  1. wijs terug!
  2. wijst terug!
  3. teruggewezen
  4. terugwijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugwijzen [znw.] sustantivo

  1. terugwijzen
    le refus; le rejet

Translation Matrix for terugwijzen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
refus terugwijzen afkeuring; afslaan; afwijzen; afwijzing; blauwtje; ontzeggen; ontzegging; rejectie; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigeren; weigering
rejet terugwijzen afkeuring; afslaan; afwijzen; afwijzing; afwimpelen; rejectie; terugwijzing; verwerping; verworpenheid; weigeren; weigering
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blackbouler afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
mettre en minorité afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
rejeter afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afschepen; afschuiven; afslaan; afweren; afwijzen; afwimpelen; bedanken; danken; declineren; laten passeren; onthouden; spruiten; teruggooien; terugwerpen; uitschieten; uitschieten plantkunde; verdedigen; versmaden; verstoten; vertikken; verwaarlozen; verweren; wegcijferen; wegsturen; weigeren; weren
renvoyer par un vote afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen
repousser afketsen; afstemmen; afwijzen; terugwijzen; verweren; verwerpen; wegstemmen abstineren; afduwen; afhouden; afkeuren; afnemen; afschepen; afschrikken; afslaan; afstemmen; afweren; afwijzen; afwimpelen; afzonderen; bang maken; bedanken; buitensluiten; ecarteren; evacueren; laten passeren; leegruimen; lichten; onthouden; ontruimen; opduwen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; schuivend verplaatsen; terugdrijven; terugdringen; terughouden; uitsluiten; uitstellen; verdedigen; verplaatsen; verschrikken; verschuiven; versmaden; verstoten; vertragen; vervreemden; verweren; verwerpen; verwijderen; verzetten; voor zich uitschuiven; wegbrengen; wegdoen; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghalen; wegnemen; wegschuiven; wegsturen; wegwerken; weren

Wiktionary: terugwijzen

terugwijzen
verb
  1. rejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné.
  2. Traductions à trier suivant le sens
  3. envoyer de nouveau.
  4. Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.
  5. aller de nouveau en un lieu.

Traducciones automáticas externas: